Schietterrein van het Sint Nicolaas Gilde uit Valkenswaard
Schietterrein van het Sint Nicolaas Gilde uit Valkenswaard
Op 25 november 1826 meldde de gemeente secretaris van Valkenswaard aan de Gouverneur van Noord Brabant voor het eerst over het eigen grondbezit van het Nicolaasgilde:
‘1.Voor zover ik heb kunnen onderscheppen, hebben er eertijds geene schutterijen bestaan, maar tegenwoordig zijn er twee onder de naam van St. Nicolaas en St. Catharina. 2. De inkomsten der goederen welke zij bezitten strekken voor de leeden tot geen ander eijnde, als om eene vroolijke bijeenkomst te maken; 3. De St. Nicolaasgilde bezit twee stukken groes (grasland) van 35 roeden op de Kerkakkers, de Catharina een weiland in de Kloosterbeemd van 49 roeden, welke door de overheeden der gilden met daartoe gekozen de keus, of met die, welke door het schieten met den vogel een graad het geld verkregen hebben, worden beheerd. En waarvan jaarlijks reekening na gedane verrichtingen, verteeringen worden gedaan’. Hoewel het niet met zekerheid te zeggen is, mag worden aangenomen dat de aanduiding ‘Kerkakkers’ betrekking had op de gronden nabij de oude Nicolaaskerk. In rekeningboeken vanaf 1861 werd over ‘Den Akker’ gesproken, en over het ‘ Lang Beemtje (C 238) en ‘De Mors). De Lange Beemd was een stuk grasland dat bij de Zeelberg aan de Tongelreep grensde. Voor het schoonmaken (vugen) van de Tongelreep betaalde het gilde in 1861 ƒ0,15. De Morsakker lag zuidelijker in de buurt van de Leenderbrug aan de Zeelberg. Dit laagliggende gebied had veel last van molshopen. Het gildeperceel bleef er niet voor gespaard en betaalde regelmatig ‘van molshopen’ voor het mollenvangen en het egaliseren van de grond. De verpachting van ‘het Lang Beemtje en de opbrengst aan hooi van De Mors’ brachten goed geld op. In de rekeningboeken staat ‘de tweede snede’ van het hooigras vermeld als ‘toemaat’.
Afbeelding: Koningschild van het St. Nicolaasgilde in Valkenswaard uit 1770. Hoogte: 167mm en breedte: 127mm. Dit schild heeft een genopte rand, ingegraveerd zijn een fraaie kroon, ten teken van het Koningschap en een werkbank met daarop diverse timmermans-gereedschappen naar het beroep van de Koning.
