Kerkhof bij de tweede parochiekerk van Valkenswaard

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Kerkhof bij de tweede parochiekerk van Valkenswaard

Gemeentelijk monument Op het oude kerkhof werd begraven tot 1975, lang nadat in 1929 de St. Nicolaaskerk op de Markt al in gebruik was. De geschiedenis van dit kerkhof kort samengevat leert het volgende: - vanaf ca. 1500 kerkhof rond de St. Nicolaaskerk - vanaf 1899 diverse delen: Parochie H. Nicolaas, parochie H. Antonius van Padua, Nederlands Hervormde gemeente, Gemeente Valkenswaard. - sinds 1965 gemeentelijke begraafplaats - sinds 1975 gesloten, alleen nog bijzettingen in familiegraven - in 2007 gemeentelijk monument - momenteel (2010) weer plannen om hier te gaan begraven. De eerste kerk van Valkenswaard zou zuidelijker gestaan hebben, op het groepje percelen bij de pastorie. Pas rond 1500 zou de kerk gebouwd zijn waar rond dit kerkhof lag. Als dat zo is, zou het kerkhof van voor 1500 bij de oudere kerk gezocht moeten worden. Toen men op de Rosheuvel rond 1500 de nieuwe kerk bouwde, was dat al een plek in een niet langer bewoond akkergebied: de Kerkakkers. Men bouwde de kerk dus bewust een eind (ruim 500 m) van de Plaatse!

Op het perceel van de oude begraafplaats waren eens vier begraafplaatsen ingericht, nog min of meer te herleiden door het verloop van paden en de situering van bomen en poorten. Na de vrede van Munster in 1648 werd de Nicolaaskerk op de begraafplaats toegewezen aan de protestanten. Het kerkhof werd als openbare begraafplaats voor iedereen, dus ook voor de katholieken, de laatste rustplaats. Dat algemene karakter bleef bestaan, ook toen in 1798 gedurende de Franse tijd de kerk officieel werd teruggegeven aan de katholieken. Mede omdat zij met 1062 zielen in de meerderheid waren en de protestanten met 83 zielen in de minderheid. Vanwege de vervallen toestand van de kerk en omdat in 1860 aan de Markt een nieuwe Nicolaaskerk was ingewijd, werd vanaf 1860 de oude kerk afgebroken. In 1889 verdween ook de toren. De contouren van de kerk zijn in de vorm van bestrating herkenbaar gemaakt.

Door de groeiende bevolking groeide ook de behoefte aan uitbreiding van de begraafplaats. In 1899 werd ten oosten van het kerkhof een stuk grond aangekocht en ingericht als R.K.-Begraafplaats van de St. Nicolaasparochie. Op hetzelfde perceel kreeg in 1900 ook de Nederlands Hervormde gemeente een eigen begraafplaats op het noordwestelijke deel van het oorspronkelijke kerkhof. Het overblijvende deel, de algemene begraafplaats bleef eveneens bestaan. In 1920 was de bevolking van Valkenswaard zo toegenomen dat de Nicolaasparochie werd gesplitst en aan de Eindhovenseweg de parochie van de H. Antonius van Padua werd gesticht. Aangrenzend aan de begraafplaats van de Nicolaasparochie kreeg de Antoniusparochie een eigen stuk van het perceel waardoor er op dat moment vier begraafplaatsen op hetzelfde terrein in gebruik waren.

Al vrij snel voegden, medio 1926 beide parochies hun begraafplaatsen samen. Na de oorlog groeiden zowel Valkenswaard als het rijke Roomse leven door. Er kwamen nog meer parochies, maar alle begroeven hun overledenen hier. In 1965 nam de gemeente het hele perceel over, voegde zelfs een stukje toe om aan de groeiende behoefte te kunnen voldoen. In 1970 richtte men dan toch buiten de kom van Valkenswaard een nieuwe begraafplaats in t.w.: Eikenhof aan de Sil. In 1975 werd de oude begraafplaats gesloten. Maar tot nu toe vinden, op aanvraag en in bijzondere gevallen, nog bijzettingen plaats. Het aanvankelijke plan om de hele begraafplaats te ruimen, is omgebogen in een plan het Oude Kerkhof onderdeel te laten uitmaken van het toekomstige Centrumpark mét behoud van de historisch waardevolle grafmonumenten. Van dat plan is onlangs fase I afgesloten.

Kerkhof valkenswaard.jpg

Afbeelding: Kerkhof bij de tweede parochiekerk van Valkenswaard (maart 2011)

Veel prominente Valkenswaarders vonden hier hun laatste rustplaats waaronder Karel Mollen, de laatste valkenier en hele families uit de sigarenindustrie. Het oudste nog aanwezige grafmonument is er een uit 1847. Het betreft het graf van de Engelsman Richard Hammond die hier in 1845 overleed. Ook een bekende Nederlander vond hier zijn laatste rustplaats: de voetbalcoach Rinus Michels. Bijzonder is ook de Calvarieberg uit 1932 naar ontwerp van architect Antoon Bogers.

Een wandeling over de begraafplaats begint bij de vernieuwde toegangspoort aan de Kerkhofstraat, waar in 1899 de begraafplaats van de Nicolaasparochie werd aangelegd. Bij de aanleg werd gekozen voor een structuur die min of meer lijkt op de plattegrond van een kerk: zoals het middenpad in een kerk naar het altaar leidt, zo voert hier het hoofdpad naar de Calvarieberg, waar de (begraaf)plaats van de priesters werd ingericht. Het laatste graf voor de kapel was waarschijnlijk het eerste en tegenwoordig zeker het oudste nog bestaande graf op dit deel. Hier werd dr. J.H.Gijrath (1816-1900) begraven. Hij vestigde zich in 1843 als dokter in Valkenswaard en uitgroeide tot een prominente persoonlijkheid. Diverse malen werd hij geridderd. Hij was lid van Provinciale Staten en werd ereburger van Valkenswaard.

Dichtbij de Calvarieberg staat de neogotische grafkapel van de familie Maas-Leën, in 1914 gebouwd in opdracht van de zoon van H. Maas (1819-1883) en P.C. Leën (1821-1890), medefirmanten van 'Lijmziederij Gebr. Maas'. Gelet op de sterfdata is het echtpaar later van het openbare kerkhof overgebracht naar de grafkelder onder de kapel. Daar waar ook haar broer en drie van hun kinderen zijn bijgezet. Het hardstenen gebouwtje kreeg een met lei gedekt zadeldak. Op de spitsbogige omlijsting van de deur beitelde men de tekst: De dood is de weg tot het leven - H. Ambr In het interieur is te lezen: ‘Aan de grens van 't aardsche leven vangt het ware leven aan. Daarom zij ons doel en streven naar dat leven op te gaan’. De gerestaureerde kapel staat op de landelijke monumentenlijst.

Voor de Calvarieberg liggen de grafzerken van de pastoors Aarts († 1880) en van Sluijsveld († 1896). Ook hier gaat het om herbegravingen, want een eerste bescheiden Calvarieberg werd in 1899 bij de aanleg van de begraafplaats opgericht. Die werd in 1932 door de huidige berg vervangen. Het ijzeren kruis met corpus en de kunststenen beelden van Maria en Johannes bovenop zijn nog wel oorspronkelijk. Het ontwerp is van architect A. Bogers uit Eindhoven. In de Calvarieberg, toegankelijk via een smeedijzeren hek, werd ‘de Begraafplaats voor Priesters’ ingericht. In grafnissen aan de zijkanten en onder het altaar, waarop een gipsen Piëta werd geplaatst, vonden acht priesters hun graf, allen voornamelijk pastoors van de Nicolaas- en Antoniusparochie.

Bij de Calvarieberg, liggen tegen extra betaling de 1e klasse graven, waaronder de graven van fabrikanten en ondernemers. Onder hen de heer H. Kersten (1882-1954), oprichter van de Willem II sigarenfabriek en Alex Wolters (1889-1954), die de Hofnar-fabrieken groot maakte. Ook Hendrikus Jonkers (1888-1975), de oprichter van de EMA (Eerste Meierijsche Autobusdienst), evenals Jan van den Besselaar (1847-1929), die gezien wordt als de eerste schoenfabrikant vonden hier hun laatste rustplaats. Verder kreeg ook de laatste valkenier, Karel Mollen († 1935), hier zijn graf. Kortom, hier rusten verschillende belangrijke personen uit de industriële, sociale en politieke geschiedenis van Valkenswaard uit de periode eind 19e en begin 20e eeuw.

Verder naar links ligt de oorspronkelijke begraafplaats, waar al negen eeuwen begraven werd. Dit deel, nu een natuurmonument, met in de sierbestrating de contouren van de kerk uit 1497 aangegeven. Daaromheen bouwde men een ruïneus muurtje dat het middeleeuwse ‘kerkerf’ aangeeft. De éénbeukige kerk, in Kempische gotiek, had een kerkschip met vijf traveeën en werd aan de oostzijde afgesloten met een koor en aan de westzijde met een toren. Het nog aanwezige lijkenhuisje was van later datum.

Tot 1979 lag hier een oud zerkfragment, dat in 1880 was opgedolven. Dat werd ingemetseld bij de ingang van de aula van de Sil, de nieuwe begraafplaats aan de rand van Valkenswaard. De volledige tekst, waarvan een deel mist, luidde: Hier leyt begraven Jan de Jongh secretaris van Walre Valkenswaard en Aelst en stadhouder van Kempeland. Overleeden den 31 Ianuwary 1742.

Op het kerkhof staan een aantal waardevolle grafmonumenten, waaronder twee gietijzeren kruisen en drie graven omgeven door een smeedijzeren hekwerk. Eén daarvan was het graf van de Engelse edelman Richard Hammond. Zijn zerk vermeldde de volgende tekst: ‘Sacred to the memory of Richard Hamond Esqre (...) He departed this life on the 10th day of octobre 1845 in the 73rd year of his age after a residence of 25 years in this village.’. Daaronder het wapen van Hammond, die tot de Engelse landadel behoorde en een vermogend man was.

De Valkenswaardse valkenier Hendrik Daems, werkzaam op het landgoed van de familie Hammond nam de Zoon Richard Hammond, na een familieruzie met zijn vader, ‘in de kost’ bij Hendrik Daems. Die was naast valkenier ook hotelier met een hotel op de Markt dat later door kleinzoon Jan van Best werd uitgebaat. Richard zou niet meer naar Engeland terugkeren. Hij bracht zijn tijd in Valkenswaard door met jagen en vissen.

Bij zijn dood in 1845 liet Hammond aan Jan van Best een vermogen van ƒ 24.000 na. In 1864 begonnen Jan’s zonen t.w. Jan jr, Jasper en Antoon met dát kapitaal een tabaksfabriek. Hun voorbeeld kreeg zoveel navolging dat er op het hoogtepunt meer dan 60 sigarenfabriekjes in Valkenswaard waren. Dankzij het kapitaal van Richard Hammond kreeg Valkenswaard de gelegenheid tot het maken van een succesvolle overgang van de valkerij naar de sigarenindustrie die welvaart voor het dorp bracht. Want door dit arbeidsintensieve productieproces leverde veel arbeidsplaatsen op zodat het plaatselijke aanbod aan medewerkers zelfs moest worden aangevuld met arbeidskrachten van elders.

Dwars door de voormalige kerk ligt een rij van acht grafmonumenten. Het zijn de graven van voornoemde familie van Best. Vader Jan van Best (1805-1871) en zijn drie zonen Jan jr, Jasper en Antoon met hun echtgenotes. Verderop liggen twee kleinkinderen op de voormalige Algemene Begraafplaats. De Van Best graftombes weerspiegelen hun welstand, verworven als sigarenfabrikanten.

Jasper trok zich al snel terug uit het bedrijf maar werd later burgemeester van Valkenswaard, Jan jr stierf jong, waarna Antoon het bedrijf alleen voortzette. Antoon veroorzaakte nog al wat commotie met zijn boek Waarom ik niet geloof; door een gewezen katholiek. Hij werd geëxcommuniceerd door de Kerk en mocht, (maar wilde ook niet) kerkelijk begraven worden. Toen bij de laatste werkzaamheden op het oude kerkhof de contouren van de oorspronkelijke kerk zichtbaar gemaakt werden in de bestrating, ontdekte men dat Antoon van Best (de geëxcommuniceerde) ongewild op ‘het oksaal’ (het koor) van de oorspronkelijke Nicolaaskerk begraven lag, dus quasi op een van de meest heilige plekken van die kerk.

Op de voormalige Antoniusbegraafplaats liggen twee graven dwars ten opzichte van de andere graven. Waarschijnlijk duidt dit op het oorspronkelijke plan om de 1e klasse graven meer prominent te situeren. Beide graven vermelden (toevallig) de familienaam van Nunen. Anekdotisch wordt voor deze graven verwezen naar het regionaal bekende gezegde 'Nuenen dwars'.

'Nuenen dwars': bij de bouw van de (Clemens)kerk in Nuenen kreeg men het niet voor elkaar balken naar binnen te dragen, omdat men ze dwars hield. Toen men op een dag een vogeltje naar binnen zag vliegen met een takje recht vooruit in de bek werd gelukkig de oplossing van het probleem onderkend). Zo vermeld de legende…! Na de overname van de begraafplaats door de gemeente in 1965 werd beduidend uitgebreid met drie vakken. In de geest van die tijd werden toen slechts twee typen graftekens toegestaan volgens het principe: ‘in de dood is iedereen gelijk’. Daarmee werd vaak voorbijgegaan aan de gevoelens van de nabestaanden. Die wensen een meer persoonlijk monumentje waar ze hun rouw kunnen uiten.

Bijzonder zijn ook een aantal monumentale bomen die hun eigen bijdrage leveren aan de beleving van deze gedenkwaardige plek. Op de Cultuurhistorische Waardenkaart Brabant heeft die beplanting van het oud kerkhof Valkenswaard een hoge cultuurhistorische waarde gekregen: Beplanting op een kerkhof/voormalig kerkterrein. De beplanting bestaat o.a. uit rode beuk, gewone esdoorn, Amerikaanse eik, valse acacia, mamoetboom en calocedrus. Het geheel dateert overwegend uit de periode 1880-1900. CHW. Nr. G266 (HK-HG-38)

Volgende bomen zijn bij de bomenstichting geregistreerd: - rode beuk uit 1880-1890; - gewone esdoorn uit 1880-1890; - mammoetboom uit 1880-1890; - calocedrus uit 1890-1900, staat bij ingang.