Versie van 13 dec 2010 om 18:19

Huijs Bloemendael

In 1723 namen drie pelgrims hun intrek in het huisje van de voormalige koster van de kapel in Handel. Deze drie broeders waaronder ook Daniel 'de Brouwer' Vervest waren de nieuwe kosters, en zij namen de zorg van kapel en misdienaars op zich. Zij begonnen met het brouwen van bier, het bewerken van land en het vervaardigen van miskaarsen. Zij begonnen ook les te geven aan kinderen in de buurt en van verder die elders geen Katholieke schoolgang konden krijgen. Dit kon wel in Handel omdat dat binnen de grenzen van de Vrije heerlijkheid Gemert lag, dat niet onder de protestantse Staten van Holland viel maar onder de invloedrijke ridderorde de Duitse Orde. De gemeenschap breidde zich dan ook uit en het Huijs Bloemendael werd gebouwd in 1734 om hen beter te kunnen onderbrengen. Nu had de Duitse Orde een verdrag met de Staten van Holland dat geen kloostergemeenschap van meer dan vijf personen binnen de grenzen van Gemert mocht bestaan. Er begon gemopper te komen in de Duitse Orde en ook van de Gemertse brouwers die de brouwerij in Handel als concurrentie zagen. Nu waren de Broeders Penitenten in Handel lid van de derde regel (dat wil zeggen de regels waar een bepaalde orde aan moest voldoen, de eerste regel behandelde de monniken, de tweede regel de nonnen, de derde regel de zogenaamde kwezels) en als zodanig wel godsvruchtig maar niet aan de leefregels van monniken gehouden. Ze waren geen kloostergemeenschap voerden ze aan, maar de bui mogelijkerwijs zien hangend besloten ze toch maar te verhuizen, en wel één kilometer naar het noorden, naar Boekel waar zij Huize Padua stichtten en later, in 1826 het eerste krankzinnigeninstituut van Nederland. Zij bleven wel voor het onderhoud van de Handelse kapel zorgdragen.

De onderstaande foto van het pand is van de vervangende boerderij uit 1910. Deze is nu als woonhuis in gebruik.

Bronnen:

P. Lathouwers, In eeren ende oirbaer onser vrouwe te Haenle: Kerk en bedevaart in Handel, 2005, Heemkundekring De Kommanderij, Gemert