Heeze, Strabrecht

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Heeze, Strabrecht

In 1830 bestond Strabrecht uit ruim 45 boerderijen en huizen langs de oostrand van de grote open akker van Heeze, op 700 meter van de Groote Aa of Kleine Dommel. In die brede strook lag zelfs nog een kleine open akker. De centrale weg van dit gehucht is 650 meter lang. Hij begint aan de kapel en sluit in het noorden aan op de Strabrechtse Dijk die over de beek naar de heide voert. Aan de beekovergang lag in de Middeleeuwen een watermolen waarvan de resten nog in de 17e eeuw zichtbaar waren (zie thema 16). Halverwege de Strabrechtsestraat is er een driehoekige ruimte, nu het Strabrechtplein genaamd. Strabrecht was een van de mooiste plekjes van Heeze, een oeroude nederzetting waar de tijd was blijven stilstaan. Hier konden de schilders uit de Haagse en Amsterdamse scholen zich uitleven (voor de kunstenaarskolonie zie 5.27.22.3 Hotel Barendsma).

Er bestaan diverse schrijfwijzen voor gehucht, zoals Straberch, Straebergen, Straebrecht, Straetberch en Straborch. Prof. Edelman wijst op het feit dat "brecht en bracht" bosontginning betekenen. "Stra" verklaart hij als straat. In Strabrecht is de kleine ‘plaetse’ om de structuur van het dorp nog zichtbaar. De ‘plaetse’ of ‘heuvel’ is karakteristiek voor de Brabantse akkerdorpen en bestaat uit een driehoekige, openbare ruimte. Deze ruimte deed oorspronkelijk dienst als gemeenschappelijke verzamelplaats voor het vee. De driehoekige vorm heeft vermoedelijk een functionele betekenis gehad: het vee werd door de wigvormige uiteinden naar de weide- of heidegronden gedreven en kwam daar ’s avonds weer terug. Het was tevens een ontmoetingsplek voor de dorpelingen, om zaken te bespreken, om te buurten.