Archeologisch monument Steentijd

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Archeologische vondsten uit de Steentijd

Bakel, Milheeze en De Rips

Omstreeks 10.000 jaar voor Christus begon het klimaat te veranderen. Het gebied rond Bakel moet er in die tijd heel anders hebben uitgezien dan nu. De toendra, een halfbevroren grasvlakte met misschien hier en daar een piepklein dennetje maakte heel snel (in zo'n 50 jaar) plaats voor berken en dennenbossen. Rendieren, paarden en neushoorns werden minder talrijk en allerlei herten en ook wilde zwijnen waren in opkomst.In deze tijd leefde het Tjongervolk, nu vaker de Federmessencultuur genoemd. De naam komt van het Friese riviertje De Tjonger, waar als eerste restanten van hun cultuur gevonden zijn, de nieuwe naam is afkomstig van de vorm van hun vuurstenen messen. Uit vondsten ten westen en zuiden van De Rips blijkt, dat deze prehistorische mens ook in deze omgeving woonde. Het enorme moerasgebied van de Peel is, naar wordt aangenomen, pas na het vertrek van het Tjongervolk ontstaan. Uit archeologische vondsten valt af te leiden dat het hier gaat om een periode waarin vuursteen de grondstof bij uitstek was voor het vervaardigen van gereedschap en wapens, getuige de gevonden pijlpunten, vuistbijlen, pijlpunten, mesjes en dergelijke. Een zeer belangrijke ontdekking was die van voorwerpen en de daarbij behorende afslagen -afval- bij een vennetje langs de Bakelsedijk. Het afval wijst erop dat de gereedschappen ter plekke gemaakt zijn. De vondsten zijn zo belangrijk, omvangrijk en zeldzaam dat deze plek een archeologisch monument is geworden en de grond mag er zelfs niet voor opgravingen verstoord worden.