Casteren, Wind- en watermolen op Wolfswinkel

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Casteren, Wind- en watermolen op Wolfswinkel

In 1215 verkocht Jan van Bladel zijn hertogelijk leen bestaande uit de watermolen en de hoeve van Wolfswinkel voor een bedrag van negen Keulse marken aan het klooster Postel. De molen werd in 1648 genaast door de Republiek. In de 19e eeuw kwam de molen in partikuliere handen. De molen werd ook wel de Casterse molen genoemd. In 1545 was deze molen een wintermolen wat wil zeggen dat hij slechts mocht werken van 1 oktober tot 17 maart.

In 1847 kwam hij in het bezit van de familie Teurlings. Na een brand werd de molen herbouwd als een stenen wind-water-stellingmolen, d.w.z. dat beneden de stelling (de houten omgang) een watermolen was ondergebracht en boven de stelling een gewone windmolen. De koning, de grote houten aandrijfspil, liep van de kap tot de bega¬ne grond door en kon daardoor zowel door het gevlucht (de wieken) als door het waterrad worden aangedreven. Deze windmolen stond aan de Bladelse kant van de rivier. Van de windmolen kon men inderdaad zeggen dat hij in Bladel stond, maar een watermolen staat altijd op of over een riviertje. Zowel de sluis, het waterrad en de vloed lagen aan weers¬zijden van de grens. Van het type watervluchtmolen hebben er circa 5 bestaan in Nederland, de meest nabije was overigens ook in Bladel! Dergelijke molens konden zowel op windkracht als op waterkracht malen, in de zomertijd wanneer de Beerse droog stond werd er gebruik gemaakt van de windkracht.

De molen was in bedrijf tot 1935 als korenmolen, olieslagmolen en in het begin ook als runmolen. De windmolen werd onttakeld in 1937. Daarna bemaalde Noud Teurlings de molen door middel van een dieselmotor. Twee jaar later verdwenen de wieken en de kap. In 1939 werd de molen gesloopt en verkocht Teurlings de stuwrechten aan het waterschap. In de oorlogsjaren zagen de Bladelse bewoners kans om radio's te verbergen in de molen die anders door de Duitsers in beslag zouden zijn genomen. Tijdens de bevrijding van De Kempen vloog de molen op 21 september 1944 in brand, aangestoken door de Duitsers die hem als uitkijkpost hadden gebruikt. Volgens Toon Teurlings zou zijn vader het restant van de molen daarna zelf met handgranaten hebben laten springen. Stenen ervan zijn bij het herstel van verschillende huizen in Casteren gebruikt. Rond 1960 verbrandde de rest van de molen af. Het achtkantige gebouw wat er nu staat is slechts een aandenken (deze molen was immers rond). Het onderste deel resteert en is nog zichtbaar. Wie nu de plaats van de voormalige watermolen passeert, ziet alleen nog de funderingen waar later een laag gebouwtje op is aangebracht. De weg daar naar toe ligt nog steeds op de dam dwars door het rivierdal, dat vroeger voor het stuwmeer (de vloed) moest zorgen. In de database voor verdwenen molens staat deze molen bekend onder nummer 394.

Foto van de voor deze streek zeldzame molen. http://www.molendatabase.org/molendb.php