WWII, Freya zoekradar, De Rips

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Restanten Freya zoekradar

De Rips. Dit is een deel van de restanten van de Freya zoekradar die de Duitsers in de Peel hadden gebouwd.

De Freya en Würzburg radars.

Versie infopaneel De Rips.

Dit zijn radarsystemen die de Duitsers in de tweede wereldoorlog gebruikten ter verdediging tegen de geallieerde bommenwerpers.

De radarsystemen en het Bazi-station

De radars waren een belangrijk onderdeel van het Duitse radarstation dat Bazi werd genoemd. Het was gelegen aan de rand van het landgoed de Stippelberg bij de Rips.(zie kaart 1940) Het station werd bemand door 60 personen en werkte met 3 radars: een Freya zoekradar en twee Würzburg Riesen om de postie van een vliegtuig te meten.

Freya radarsysteem voor meten van hoek tot doel

Het Freya systeem werd aan het einde van de jaren dertig van de vorige eeuw ontwikkeld. Als codenaam kreeg het Freya, de naam van een Germaanse godin. De eerste gebouwde systemen werden getest door de Duitse marine. Daarbij werd duidelijk dat het systeem uitermate geschikt bleek voor het ontdekken van vliegtuigen.

Een Freya bestond uit een zender en een ontvanger die beide gebruik maakten van een aantal dipoolantennes die geplaatst waren voor een rechthoekige, matrasachtige reflector. De zend en ontvanantenne waren gescheiden boven elkaar geplaatst. Het onderste deel was de zend- en dhet bovenste deel de ontvangstantenne. Hiermee konden afstand en hoek tot een doel worden gemeten. De gehele antenne was in een vaste richting opgesteld die slechts beperkt gewijzigd kon worden. De Freya had een maxuimum werkzame afstand tot 160 kilometer. Aan de voet van de antenne was een kleine ruimte voor de bediening die de meetgegevens per telefoon naar het grondstation, in dit geval in Veulen(L), doorgaf. Bij een nadering van Engelse bommenwerpers berichtte Veulen de vliegleiding van het vliegveld Venlo die daarop de Duitse nqachtjagers de lucht in stuurde.

Freya richtradar











Würzburg Riese radarsysteem voor volgen hoogte en positie

De smalle uitgezonden bundel van de Würzburg Riese was uitermate geschikt voor het volgen in hoogte en positie van de geallieerde bommenwerpers. De paraboolantenne had een diameter van wel 7.5 meter. Kenmerkend voor deze radars was de draaiende dipoolantenne in het brandpunt die zowel voor het zenden als het ontvangen diende. Deze antenne was horizontaal 180 graden draaibaar en tot 90 graden verticaal. De maximum meetafstand lag in de buurt van de 50 kilometer. Achterop was een cabine voor het bedienend personeel gebouwd. Door hen werden de meetgegevens, ook via telefoonlijnen, doorgegeven aan het grondstation in Veulen. Deze gaf daarop de hoogten en positie van de bommenwerper door aan de piloot van een nachtjager. Vanaf het BAzi-stion De Rips zijn tenminste 90 geallieerde bommenwerpers neergehaald.

Bron: Ripse infopanelen B.Ploegmakers

















Eerdere tekst


Het codewoord Bazi werd door de Duitse bezetter gebruikt om een radarpost in de omgeving van het dorp De Rips aan te duiden. Deze radarpost maakte deel uit van een lange keten tussen Denemarken en de Zwitserse grens en was bedoeld om, bij nacht binnendringende Britse bommenwerpers, te detecteren om deze door nachtjagers te laten neerschieten.

De Duitsers gebruikten dierennamen voor deze codes van hun radarposten(BAZI=Bazille of Bacil) De eerste letter daar van kwam overeen met de eerste letter van de plaats waarbij de post was gelegen, hier Bakel. Bazi werd in de winter van 1941/42 aangelegd in de omgeving van het huidige kruispunt Peeldijk en Hazenhutsedijk. Er stonden diverse barakken verspreid over het gebied waar ca 60 Duitse mannen en vrouwen werkten. Verder een Freya zoekradar en twee Wurzburg Riesen richtradars om afstand en hoogte van een binnendringende bommenwerper te melden. Maar ook Y-peiltorens een toren met mitrailleur, transformatoren, andere onderkomens en er lagen heel veel kabels en loopgraven. Op 8 september 1944 werd de post verlaten. Daags daarna kwam een Duitse vernielingsploeg terug die de radars rond 9 uur in de avond opbliezen en de barakken in brand staken. Daarmee was een einde gekomen aan de geschiedenis van een van de vele, maar weinig bekende Duitse radarposten in ons land.