Tramstation en tramremise, Reusel

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Tramstation en tramremise, Reusel

Tramremise uit ca. 1897. De lijn die begint in het stadse Eindhoven loopt via Gestel, Meerveldhoven, Veldhoven, Steensel, Duizel, Hapert en Bladel naar Reusel. De Tramwegmaatschappij de Meijerij beheert de lijn. Het is voor de Kempische bevolking in die tijd iets heel bijzonders. Voor velen is het de eerste keer dat ze een vervoermiddel zien dat niet door mens of dier wordt aangedreven. De tram bereikt de fabelachtige snelheid van 20 km per uur buiten de bebouwde kom. De exploitatie geschiedt door tramwegmaatschappij "de Meijerij". Vier maal per dag rijdt er een tram over dit traject. In de hoogtijdagen van deze lijn heeft de maatschappij 74 goederen cq veewagons en 19 personenwagons. De spoorbreedte van het Nederlandse netwerk en het Belgische is verschillend. Daarom moeten reizigers die in Reusel verder richting Arendonk en Turnhout willen overstappen in Reusel aan de grens. Hier werd een remise gebouwd. Een grote draaischijf en een loods voor de tramstellen. De draaischijf is verdwenen, maar het gebouw staat er nog steeds, schuin tegenover het voormalig tramstation. Het gebouw is nagenoeg nog in dezelfde staat als in 1937, toen de tramdienst opgeheven werd. De twee karakteristieke grote houten poorten aan de kop van het gebouw lagen direct achter de cirkel waar de trams op gedraaid konden worden. Opvallend is de 'schoorsteenopening' aan de bovenkant van een van de deuren. De trams reden achteruit de remise in. Het eerste gedeelte is van steen. De stoomketels werden namelijk de hele nacht op stoom gehouden om in de ochtend weer meteen operationeel te kunnen zijn. De hitte die van zo'n stoomketel afkwam was groot vandaar dat de locs in een stenen gedeelte stonden te dampen. Het achterliggende gedeelte waar de wagons de nacht doorbrachten was gewoon van hout. Aan de rechterkant even naast het gebouw was een grote vijver gegraven voor het benodigde water voor de stoomketels. De remise is in een nog vrij originele staat. Alleen de tweede paar deuren die het houten gedeelte beschermden tegen de hitte van de locs zijn verdwenen. Nu dient het als werkplaats voor de grote collectie antieke tractoren van Cees Michielse, die eigenaar is van de ernaast gelegen woning.

Het complex is in chaletstijl gebouwd (station, douanegebouw met dienstwoning, woning voor de stationschef en een tramremise). De eerste tramlijn binnen deze streek was die van Eindhoven richting Turnhout, aangelegd in 1897. Deze lijn deed de Acht Zaligheden aan. Hierbij werd de verharde weg Eindhoven-Turnhout gevolgd. Ten westen van Reusel kwam aan de rijksgrens een tramstation, tevens douanekantoor. Op de lijn Eindhoven-Reusel waren zelfs rijdende postkantoren in gebruik. In 1937 hield de lijn op te bestaan ten gunste van de bus en vrachtwagen. Bij station Reusel-grens werd in 1897 naast de dienstwoning voor de stationschef een houten tramremise gebouwd. Een deel ervan was bestemd als locomotiefloods en werd opgetrokken in baksteen met in de vloer een nu verdwenen smeerput. Het pand op rechthoekige plattegrond is, uitgezonderd een deel van de noordelijke zijgevel dat is versteend (locomotiefloods), opgetrokken uit houten, gerabatte wanden tussen houten muurstijlen, op een bakstenen sokkel en geplaatst onder een zadeldak gedekt met kruispannen. De zijgevels zijn aan de bovenzijde beschoten. Ten gevolge van stormschade is aan de west- en zuidzijde een deel van de houten wand vervangen door een bakstenen muur.

In de zijgevels negenruits schuifvensters met drieruits bovenlichten waarvan één, in de zuidelijke zijgevel, vervangen door een vierruits schuifvenster met dito bovenlicht. Bovendien in de zuidgevel een vernieuwde deur. In het versteende gedeelte een aan de onderzijde gewijzigd venster met oorspronkelijk geometrisch ingedeeld bovenlicht en een opgeklampte deur met identiek bovenlicht, beide onder segmentboog. In de oostelijke, aan de bovenzijde beschoten topgevel, twee opgeklampte vleugeldeuren met gehengen. De deuren zijn gescheiden door een bakstenen stijl die deel uitmaakt van een muur die dit gedeelte verdeelt in twee beuken. In het interieur een met klinkers geplaveide vloer. Het gebint bestaat uit houten muurstijlen met regels en korbelen, de kap bestaat uit eenvoudige houten spanten met dubbele hanebalk.

Rijksmonument.