St.Michaelkerk Beek en Donk

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken

<St. Michaëlkerk Beek en Donk>

Kerk Beek klein.jpg
<De Michaëlkerk aan de Kerkstraat werd in de periode 1933 - 1935 gebouwd ter vervanging van de Waterstaatskerk op het Heuvelplein. De Waterstaatskerk was toen aan groot onderhoud; het dak lekte en de kerk was moeilijk te verwarmen. Bovendien vond bouwpastoor G.M. Thijssen, pastoor van Beek van 1914-1934 deze kerk een ‘plomp misbaksel’. Voor deze pastoor was het belangrijk dat in de nieuwe te bouwen kerk elementen van de eerste Michaelkerk bij de Oude Toren diende te bevatten. In zijn zoektocht naar een architect kwam hij uit bij H.M. Valk uit Vught. Zijn visie luidde: “De hoofdgedachte van ’t plan van een moderne kerk gaat uit van ’t voornaamste deel: de offerplaats. Immers toch om het altaar wordt de kerk gebouwd en het is daarom ook dat wij allen daarbij zo dicht mogelijk geschaard willen zijn. Het bijziondere is dat bij deze moderne vormen toch alle elementen zijn toegepast die ons heel sterk doen herinneren aan de welbekende traditionele vormen; zelfs de typische gewestelijke accenten zijn aanwezig”. Deze kerkelijke bouwwijze werd christo-centrische kruisbasiliek genoemd. Boven het altaar verheft zich een hoge koepel met ramen waardoor het altaar er onder extra belicht wordt, terwijl er ook van alle kanten goed zicht is op het altaar door het ontbreken van pilaren. Valk vond dit zo belangrijk dat in zijn eerste ontwerp deze koepel dan ook hoger was dat de kerktoren.
Int Beekse Kerk.jpg

Pastoor Thijssen was niet erg tevreden over dit eerste ontwerp. Zijn ideeën waren sterk gestoeld op de middeleeuwse kerkenbouw, waar het accent op de toren lag. In het nieuwe ontwerp van Valk werd de toren een stuk hoger, maar de koepel bleef behouden. Trekken van de middeleeuwse kerkenbouw zijn terug te vinden in het gebruik van grote kloostermoppen voor het metselwerk en de stenen ongepleisterde gewelven. Naast de kerk werd ook een nieuwe pastorie gebouwd in dezelfde stijl. De bouw van de kerk en pastorie verliep niet zonder tegenslagen. Mogelijkerwijs zijn er verkeerde berekeningen geweest, die er voor zorgden dat de begroting overschreden werd. Pastoor Thijssen leed veel van deze problemen. Nog tijdens de bouw overleed hij. Zijn opvolger Pastoor P.A.C.M. van Riel pakte de problemen krachtdadig aan hetgeen aanleiding gaf tot de nodige conflicten tussen hem en de aannemer, waar zelfs de bisschop aan te pas moest komen om te bemiddelen. Op 27 mei 1935 werd de nieuwe St. Michaelkerk plechtig ingewijd door de bisschop van Den Bosch, Mgr. A.P. van Diepen.

Pater Eustachius van Lieshout

Een kerktoren zonder klokken kon in de beleving van veel mensen. Dus werd er een comité opgericht om daarvoor geld in te zamelen. In 1955 konden twee klokken, één van 998 kilo en één van 587 kilo, gegoten door de firma Petit en Fritsen uit Aarle-Rixtel, in de toren gehangen worden.

In 1958 werd tenslotte actie ondernomen voor de aanschaf van een nieuw orgel. Dat orgel, gebouwd door de firma Verschuren uit Heijthuijsen werdeen jaar later in gebruik genomen.

Achter in de St. Mischaëlkerk is een kapel ingericht voor de verering van de zalige Pater Eustachius van Lieshout, die tot patroon ius gekozen voor de nieuwe fusieparochie Laarbeek, omvattende de oude partochies van Beek en Donk, Aarle-Rixtel, Lieshout en Mariahout.


Bron. Martin Philipsen, Noud van Eerd, De Michaëlkerken, Beek en Donk 1985 >