Snelle Loop, grensscheiding Gemert en Aarle, Rixtel en Beek

Uit Erfgoedwiki
Versie door Emil (Overleg | bijdragen) op 21 jan 2013 om 10:09

Ga naar: navigatie, zoeken

HeerlijckHistorisch.png Snelle Loop

Grens Gemert-Aarle-Rixtel. De Snelle Loop is al vele eeuwen een veelbetwiste grens tussen deze twee gemeentes. Collectie Gemeentearchief

De Snelle Loop is sinds honderden jaren de grens tussen Gemert enerzijds en Aarle, Rixtel en Beek anderzijds. Deze loop is waarschijnlijk in de Middeleeuwen rond 1300 aangelegd en ligt tussen twee stukken moeras of hooiland. Hij was vroeger voorzien van een wal en het doel van die wal, en niet te vergeten het onderhoud ervan, heeft lange tijd tot grote twisten geleid. Het Gemertse stuk moeras was arm en schraal maar aan de overkant van de loop was het land rijker. Gemertse koeien die de wal en loop overstaken werden 'geschut' dat wil zeggen bijeengedreven bij een kroeg waar de eigenaar ze voor schutgeld kon ophalen. Dit gebeurde nogal eens. Ook over de hoogte van dit schutgeld is tot aan het Brussels gerechthof getwist. In 1762 werd zelfs een nachtwacht aangesteld op het moeras omdat de paarden die 's nachts op de Aarlese en Beekse hooilanden liepen zo vaak gestolen werden. De oorspronkelijk meanderende loop werd in de ruilverkaveling rechtgetrokken maar maatregelen tot herstel van de fijnmazigheid van het landschap zijn van kracht en een deel van de verkaveling, vooral rond het gebiedje De Biezen is nu nog zeer gaaf en aantrekkelijk.

Het land aan de overkant is altijd groener

De grensscheiding was vooral in de 16e eeuw een heet hangijzer. Gemert claimde dat de wal die bij de snelle loop lag niet goed onderhouden was door Aarle, Rixtel en Beek en dat daardoor hun koeien afdwaalden en er een vijftienvoudig schutgeld moest worden betaald. Aarle claimde aan de andere kant dat de wal en de loop nooit bedoeld waren om vee tegen te houden maar ter verdediging waren gegraven in de Gelderse oorlogen. Zij claimden ook dat de loop geen grensscheiding was, dat de koeien van Gemert daar naartoe gedreven waren om zich vol te vreten aan het goede gras in Aarle, Rixtel en Beek, waarvoor zij nooit vergoeding hadden gekregen terwijl de vee-invasie ondertussen welhaast bijbelse proporties had aangenomen. Er werd gegraven in kerken om documenten te achterhalen, er werd bij de Hertog van Brabant, Duitse Orde en schepenen geklaagd en onderwijl werd heen en weer gestolen en geruzied. Zo claimde Gemert ook dat vanwege haar neutrale status (zij was immers geen onderdeel van de Lage Landen maar een vrije Heerlijkheid in eigendom van de Duitse Orde) zij veel vluchtelingen opving op haar grondgebied als er weer eens oorlog of grensgeschil was waarvoor zij ook nooit compensatie had ontvangen. De rechter oordeelde uiteindelijk dat Aarle, Rixtel en Beek de wal moesten onderhouden en dat de schutgelden niet hoger dan een halve stuiver mochten zijn. Het gezag van een gerechtshof zo ver van de situatie vandaan bleek echter weinig om het lijf te hebben. Meerdere keren werden namelijk dergelijke uitspraken gedaan. De precieze grenzen werden afgebakend met helaas verloren gegane palen. De situatie werd pas echt op de spits gedreven door de wal te verplaatsen en zo de verbindende weg tussen Aarle en Gemert af te sluiten. Uiteindelijk werd per gebruiker van de gedeelde gronden een onderhoudsvak van de wal toegekend maar tot ver in de 19e eeuw bleef de dit gedeelte van de Peel een omstreden gebied (datzelfde gold overigens voor vrijwel de hele Peel).


Bronnen:

S. van Wetten, Grensconflict zonder limieten: de strijd rondom de Snelle Loop, 1995, Heemkundekring De Kommanderij, Gemert