Peelrandbreuk: verschil tussen versies

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken
(Altijd genoeg water)
(Altijd genoeg water)
Regel 31: Regel 31:
 
== Altijd genoeg water ==
 
== Altijd genoeg water ==
 
De aanvoer van grondwater in wijstgebieden gaat het hele jaar door en is niet afhankelijk van natte of droge perioden. Mensen hebben daar dankbaar gebruik van gemaakt en hebben de wijstgebieden al vroeg als weiland in gebruik genomen. De moerassige gebieden zijn moeilijk toegankelijk, maar zelfs in de droogste zomers groeit er gras. De aanhoudende waterstroom was ook aanleiding voor de grote middeleeuwse ontginners om hun adellijke woningen in de directe omgeving van de breuk te bouwen. De gracht die als statussymbool om de woning werd gegraven was op die manier verzekerd van voldoende water, ook in de zomer.  
 
De aanvoer van grondwater in wijstgebieden gaat het hele jaar door en is niet afhankelijk van natte of droge perioden. Mensen hebben daar dankbaar gebruik van gemaakt en hebben de wijstgebieden al vroeg als weiland in gebruik genomen. De moerassige gebieden zijn moeilijk toegankelijk, maar zelfs in de droogste zomers groeit er gras. De aanhoudende waterstroom was ook aanleiding voor de grote middeleeuwse ontginners om hun adellijke woningen in de directe omgeving van de breuk te bouwen. De gracht die als statussymbool om de woning werd gegraven was op die manier verzekerd van voldoende water, ook in de zomer.  
Omgrachte Middeleeuwse hoeven die direct bij een breuk liggen zijn de [[Hoeve Ten Hogen Aarle, Gemert|hoeve Ten Hogen Aarle]], de hoeve Hazeldonk,  
+
Omgrachte Middeleeuwse hoeven die direct bij een breuk liggen zijn de [[Hoeve Ten Hogen Aarle, Gemert|hoeve Ten Hogen Aarle]], [[de voormalige hoeve Hazeldonk]], [[Boerderij: Espse Hoeve, Bakel|De Espse Hoeve]], de [[Armenhoeve Gemert]] en [[Slotje, Deel|het voormalige Slotje in De Deel]].
 
Ook bij de bouw van watermolens werd gebruik gemaakt van het wijstwater. De middeleeuwse watermolen van Gemert werd langs de beek De Rips gebouwd en stond op korte afstand van de plaats waar De Rips de Breuk van Gemert kruist. Extra water en een extra hoogteverschil waren de voordelen.
 
Ook bij de bouw van watermolens werd gebruik gemaakt van het wijstwater. De middeleeuwse watermolen van Gemert werd langs de beek De Rips gebouwd en stond op korte afstand van de plaats waar De Rips de Breuk van Gemert kruist. Extra water en een extra hoogteverschil waren de voordelen.
  

Versie van 1 feb 2015 om 15:35

De Peelrandbreuk

In de ondergrond van oost Brabant zitten breuken in de aardkorst. De Peelrandbreuk is daarvan de belangrijkste. De Peelrandbreuk komt vanuit Duitsland en loopt vanaf Roermond in noordwestelijke richting langs Deurne, Bakel, Gemert, Boekel, Uden, Nistelrode, Heesch verder tot in de Noordzee. De Peelrandbreuk is niet één breuk in de aardkorst, maar heeft ook diverse zijbreuken. In de gemeente Gemert-Bakel zijn dat de Breuk van Gemert, de Breuk van Gemert-zuid, de Breuk van Handel en de Breuk van Milheeze. Het gaat dus eigenlijk om een brede zone met meerdere breuken.

Bodembeweging

De bodem aan de oostkant van de breukenzone komt langzaam omhoog. De bodem aan de westzijde daalt langzaam. Het stijgende gebied heet een horst. In dit geval is dat de Peelhorst. Het dalende gebied heet een slenk. Westelijk van de Peelrandbreuk ligt de zogenaamde Roerdalslenk. De verticale beweging bij de Peelrandbreuk is de afgelopen duizenden jaren gemiddeld ca 0,5 mm in tien jaar. Op de lange termijn worden dat toch grote hoogteverschillen. Omdat tegelijkertijd de dalende Roerdalslenk door de wind wordt opgevuld met dekzand, zijn er geen steile hellingen en zijn de hoogteverschillen niet overal zichtbaar. Op plaatsen waar meerdere breuken naast elkaar liggen, zoals in Gemert, loopt het hoogteverschil geleidelijk en in stapjes toch behoorlijk op. Het laagste punt van Gemert-Bakel ligt op 12 m NAP en het hoogste punt op 30 m NAP. Binnen de gemeente is dat meer dan een verdubbeling van de hoogte ten opzichte van NAP (het zeepeil).

Aardbevingen

De bodembeweging, waarbij verschillende sedimentlagen langs elkaar “wrijven”, verloopt doorgaans heel geleidelijk. We merken er niets van, behalve als de beweging even hapert en daarna met een sprongetje verloopt. In die gevallen hebben we te maken met een aardbeving. Langs de Peelrandbreuk zijn meerdere malen aardbevingen voorgekomen. De meest recente was de aardbeving van 1992 met een kilometers diep epicentrum in Roermond.

Sedimentverschillen

Oost Brabant is in de afgelopen duizenden jaren doorsneden door voorgangers van de Maas en de Rijn. Die rivieren brachten zand en grint mee, dat in Brabant achterbleef. We noemen dat sediment. De oudste sedimenten die toch dicht aan het oppervlak liggen zijn rivierafzettingen. De laatste afzettingen, die dus ook het hoogst liggen, is sediment van de Maas. Het is grof en grintrijk zand. Op de Peelhorst, die langzaam stijgt, ligt dit sediment nagenoeg aan het oppervlak. In de Roerdalslenk is datzelfde sediment in de loop van de tijd ongeveer 10 meter lager komen te liggen. Tegelijkertijd werd de slenk langzaam weer opgevuld door afzettingen van de wind. Dat is fijnkorrelig zand, dat dekzand wordt genoemd, omdat het de oudere rivierafzettingen heeft bedekt. Aan de oostkant van de Peelrandbreuk zien we op pas geploegd land dat het erg grintrijk is. Aan de westkant is het zand veel fijner. We zien dan ook meerdere grintplassen op de Peelhorst, zoals de Rooije Plas. Ze zijn ontstaan door grintwinning, die bij de Bakelse Plassen nu nog steeds doorgaat.

Wijstgebieden

Bij de Peelrandbreuk raken de grintrijke rivierafzettingen en de fijne windafzettingen aan elkaar. Het grondwater dat door het grove zand makkelijker zijn weg vindt, kan veel minder makkelijk door het fijne dekzand. Bij de verticale bodembeweging ter hoogte van de breuk zijn bovendien de aanwezige taaie leemlagen langs de breuklijn “versmeerd”. Daardoor is bijna een verticale leemwand ontstaan, die de breuklijn nagenoeg waterdicht maakt. Omdat water, ook het diepere grondwater, nu eenmaal van hoog naar laag stroomt, komt er veel grondwater van de Peelhorst dat richting de slenk wil. Het grondwater botst als het ware tegen de fijne dekzanden en de leemlaag van de breuk en kan niet verder. Het water wordt daardoor omhoog gedrukt tot aan het oppervlak. Aan de hoge kant van de breuk wordt het daardoor erg nat en moerassig. Dit verschijnsel, waarbij water tot aan het oppervlak omhoog wordt gedrukt, wordt wijst genoemd. Wijstgebieden zijn feitelijk brongebieden. Alle natuurlijke beken in de regio hebben hun bron in een gebied met wijst. De aanvoer van grondwater in een wijstgebied gaat het hele jaar door, omdat het water van soms grote diepte omhoog komt. Wijstgebieden verdrogen nooit en mensen hebben in de loop van de tijd hiervan dankbaar gebruik gemaakt. Het begrip wijst is inmiddels algemeen ingeburgerd. In het verleden werd de term wijst alleen gebruikt in Gemert en verder naar het noorden. In De Mortel, Bakel en Deurne werd de term Spreng of Sprenk gebruikt. Deze term geeft eigenlijk nog beter aan dat het feitelijk om bronwater gaat. Een spreng is een plaats waar water ontspringt.

Bronnen en putten zijn heilig

De wijst is niet overal langs een breuk even sterk en duidelijk aanwezig. Soms is er nauwelijks wijst, maar op andere plaatsen is de hoeveelheid water die uit de grond omhoogkomt zo groot dat er sprake is van een bron. De grond is ter plaatse dan zo verzadigd met water en moerassig dat je er in weg kunt zakken. In de volksmond is er dan sprake van een put. Bronnen hebben al heel vroeg in de geschiedenis bij mensen een bijzondere betekenis. Nu nog bestaat de gewoonte om in bronnen en putten munten te gooien, waarbij wensen worden uitgesproken. Langs de Peelrandbreuk liggen er zogenaamde Willibrordusputten in Deurne en Oss. In Bakel ligt Eessens Put op de grens met Deurne. Het is de bron van de Kaweise Loop. En langs de Breuk van Handel ligt de bron of het wonderbare putje van Handel in het processiepark achter de kerk van handel.

IJzeroer

Het grondwater verzamelt op zijn weg door de Peelhorst veel mineralen en vooral veel ijzer. Wijstwater is erg ijzerrijk. Zo gauw als dat water in contact komt met zuurstof gaat het ijzer in het wijstwater oxideren. Het wordt roest en het water kleurt daardoor helemaal bruinrood. Het ijzeroxide lost niet op in water en blijft ter hoogte van de breuk achter. Vaak klontert het ijzeroxide samen en ontstaan er ter hoogte van de breuk grote brokken van ijzeroer. Dat ijzeroer zorgt er ook voor dat de breuklijn nog minder waterdoorlatend wordt, waardoor het wijstverschijnsel verder toeneemt. In het verleden werd het ijzeroer als delfstof gewonnen. Het werd gebruikt voor ijzerproduktie, maar ook als bouwmateriaal, vooral in fundamenten van gebouwen. Nog in de 19de eeuw wordt er in de gemeenteverslagen van Gemert vermeld dat ijzeroer wordt gewonnen en verhandeld.

Rood water als naamgever

Het ijzeroxide in het wijstwater zorgt voor een opvallende bruinrode kleur. Dat was ook al in het verleden het geval. Op meerdere plaatsen hebben beken met dat rode water daarom ook die naam gekregen. De belangrijkste natuurlijke beek in Gemert heet de Rips. Vroegere vermeldingen zoals Roesep en Roespe geven aan dat de oorspronkelijke naam Roes-apa was en dat betekent Rood Water of Roestwater. Daarnaast kennen we de Rooije Asch met daarbij de Rooije Plas. Ook de Rooije Hoef, waar de huidige Rooije-Hoefsedijk naar genoemd werd, heeft zijn naam te danken aan het ijzerrijke water. Misschien werd de oude Rooije Hoef opgebouwd met brokken ijzeroer, waardoor hij deze naam kreeg.

Altijd genoeg water

De aanvoer van grondwater in wijstgebieden gaat het hele jaar door en is niet afhankelijk van natte of droge perioden. Mensen hebben daar dankbaar gebruik van gemaakt en hebben de wijstgebieden al vroeg als weiland in gebruik genomen. De moerassige gebieden zijn moeilijk toegankelijk, maar zelfs in de droogste zomers groeit er gras. De aanhoudende waterstroom was ook aanleiding voor de grote middeleeuwse ontginners om hun adellijke woningen in de directe omgeving van de breuk te bouwen. De gracht die als statussymbool om de woning werd gegraven was op die manier verzekerd van voldoende water, ook in de zomer. Omgrachte Middeleeuwse hoeven die direct bij een breuk liggen zijn de hoeve Ten Hogen Aarle, de voormalige hoeve Hazeldonk, De Espse Hoeve, de Armenhoeve Gemert en het voormalige Slotje in De Deel. Ook bij de bouw van watermolens werd gebruik gemaakt van het wijstwater. De middeleeuwse watermolen van Gemert werd langs de beek De Rips gebouwd en stond op korte afstand van de plaats waar De Rips de Breuk van Gemert kruist. Extra water en een extra hoogteverschil waren de voordelen.

Biodiversiteit

Het wijstwater brengt ook veel mineralen mee en is bovendien van constante temperatuur. In wijstgebieden waar het water tot aan het oppervlak omhoogkomt komen die mineralen in de bovengrond terecht. De samenstelling ervan zorgt voor een specifieke plantengroei. Het aantal verschillende planten is veel hoger dan op andere plaatsen.

Oude opvattingen over wijst: onderaardse rivier

In het verleden wist men niet van het bestaan van breuken, maar zag men wel de relatief smalle strook moerassige wijstgrond langs een breuk. Het wijstverschijnsel werd daarom in het verleden verklaard door aan te nemen dat er een onderaardse rivier stroomde. Er werd gedacht dat het onderaardse water onder de smalle strook wijstgrond door stroomde. In werkelijkheid is er wel degelijk sprake van een ondergrondse waterstroom, maar die blijkt juist loodrecht op de breuk te stromen.