Parochiekerk van Budel

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Parochiekerk van Budel

Kerk en parochie van Budel zijn vanouds gewijd aan O.L.V. Visitatie. De kerk had de rang van ecclesia integra en de status van ecclesia (incorporata). De kerk was geïncorporeerd bij de cantorij van het Mariënstift te Aken. De cantor van Mariënstift te Aken had het patronaatsrecht. Tot de parochie behoorde de Sint-Corneliuskapel in Gastel. De geschiedenis van de kerk en parochie zou terug gaan op de eerste helft van de tiende eeuw omdat in 947 de kerk en tienden van Budel al genoemd worden. Ze worden dan door de keizer geschonken aan het klooster Chèvremont geschonken, welk klooster in 972 aan het Mariënstift te Aken geschonken werd. In 1648 werd de kerk aan de katholieken ontnomen en ter beschikking gesteld van de grote protestantse gemeente van Budel. In 1798 kwam de kerk terug in katholieke handen. In de tussentijd kerkten de katholieken in een schuilkerk aan de Nieuwstraat, nog geen 300 meter van de oude kerk.

In de 19e eeuw was deze kerk een gotisch gebouw met hoog middenschip, lager koor en dwarsschip, zijbeuken en een westtoren met lage spits, waarvan de galmgaten amper boven het kerkdak uitkwamen. Rondom lag het kerkhof. In 1902 werd besloten de kerk, die erg bouwvallig was geworden, af te breken en een geheel nieuwe kerk te bouwen. Enkele zestiende-eeuwse gedenkstenen van de oude kerk zijn in de nieuwe kerk ingemetseld. In die kerk zijn enkele monumentale voorwerpen uit de 17e, 18e en 19e eeuw te vinden. In de nabijheid van de kerk zijn middeleeuwse waterputten gevonden.

Gedenksteen.jpg

Afbeelding: ingemetselde gedenkstenen van de middeleeuwse parochiekerk in de nieuwe kerk (maart 2011)

De R.K. kerk O.L.Vrouw Visitatie is een driebeukige neogotische kruisbasiliek uit 1904-'12 met hoge westtoren van vier geledingen, voorzien van naaldspits met flankerende torentjes. De rijzige kerk is opgetrokken in baksteen met vensteromlijstingen. Enkele interieurstukken uit de 17e, 18e en 19e eeuw zijn op de rijksmonumentenlijst geplaatst. In de gevel is een drietal middeleeuwse ‘stenen’ met inscriptie ingemetseld. Op het kerkplein een vijftal Amerikaanse lindes van 150-200 cm omtrek. H. Hartbeeld ca. 1920, en diverse heesters. R.K. kerkhof, met diverse grafmonumenten ca 1900 en 20e eeuw. Diverse sierbomen en heesters.

Kerk Budel1.jpg

Afbeelding: O.L. Vrouw Visitatie in Budel (maart 2011)


De oude kerk was erg bouwvallig geworden, vooral de toren was in zeer slechte staat. In 1902 werd besloten de oude kerk af te breken. De toenmalige pastoor deed een geslaagd beroep op de mildheid van de parochianen. Hij hoefde maar een keer rond te gaan om de benodigde middelen voor de eerste fase bij elkaar te krijgen. Terwijl de oude kerk nog in gebruik was werd de eerste fase van de nieuwe kerk gebouwd. De kerk was bij ingebruikname al te klein. De nieuwe pastoor F. van Baars besloot weer een beroep te doen op de mildheid van de parochianen en ook hij deed dat niet vergeefs. De vraag werd nog overtroffen. In 1912 werd de kerk compleet in gebruik genomen en in 1915 geconsacreerd. De gedenkstenen van de oude kerk zijn in de nieuwe kerk, aan de kerkhofzijde ingemetseld. In het begin van de jaren 1980 bleek de kerk aan een grondige restauratie toe te zijn. Er werd een stichting Kerkrestauratie In het leven geroepen. En weer werd er een beroep gedaan op de mildheid van de Budelse bevolking. Ook nu in deze tijd niet tevergeefs: de plusminus 12000 inwoners van Budel brachten maar liefst 1 miljoen 200.000 gulden bij elkaar om de restauratie te verwezenlijken.

Kerk Budel2.jpg

Afbeelding: De kerk van O.L.V. Visitatie te Budel (Brabant Collectie).


Registeromschrijving van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

De driebeukige kruiskerk bezit een westtoren en telt vijf traveeën tot aan het transept met dakruiter, waarna drie traveeën volgen en een priesterkoor met een vijfzijdige sluiting en omgang. De gevels zijn opgetrokken uit machinale baksteen met rode profielsteen rond de ramen en de daklijst. Het zadeldak en de lessenaardaken zijn gedekt met leien in maasdekking. De traveeën worden geleed door steunberen met afzaat en versnijdingen, voorzien van hardsteen afdekplaten en bewerkte hogels. De toren bestaat uit vier geledingen. In de eerste geleding bevindt zich aan de voorzijde het risalerende hoofdportaal met zuilen, gebeeldhouwd kapiteel en spuwers. De vleugeldeuren zijn voorzien van ijzeren sierbeslag met rozetten, daar boven een spitsboograam. De topgevel wordt afgesloten door een natuurstenen gevelveld met kruisbloem. In genoemde tympaan is de tronende Christus in mandorla afgebeeld onder een baldakijn en geflankeerd door de symbolen van de vier evangelisten. Achter en naast het portaal is de muur geleed door spitsbogige blindnissen met rode profielsteen. Deze nissen vindt men ook naast het brede spitsboograam in de tweede geleding en in de derde geleding. Aan de linkerzijde bevindt zich een vijfhoekige traptoren met spits. De bovenste achthoekige geleding versmalt en bezit een spitsbogige borstwering. In elke zijde bevinden zich twee spitsbogige galmgaten en een uurwerk. Op de hoeken zijn torentjes geplaatst. De achtzijdige torenspits wordt bekroond door een vergulde bol en kruis. Rechts en links van de toren is er een dwars aangebouwde zijkapel met driezijdige sluiting, de doopkapel en de Onze Lieve Vrouwekapel. Deze bevatten de zij-ingangen van de kerk, ook voorzien van ijzerbeslag met rozetten. Het portaal bevat een oude gevelsteen met de tekst: "Int jaar ons heren 1507". Deze steen refereert aan de oude kerk uit ca. 1350, die in 1504 afbrandde en in 1507 weer werd opgebouwd, de voorganger van de huidige kerk. De spitsboogramen in de zijbeuken zijn ongedecoreerd, die in de lichtbeuk hebben maaswerk. De tracering bestaat uit drie- en vijfpassen en is uitgevoerd in kalksteen. Onder de gootlijst van het dak is een brede rand siermetselwerk. Het zadeldak van het schip en het transept bevat kleine dakkapellen, in aantal overeenkomend met de vensterassen. De achthoekige dakruiter op de kruising is rijk voorzien van neogotische decoratie. Het transept is twee traveeën diep en voorzien van zijbeuken. De transeptgevels bestaan uit twee aangebouwde biechtstoelen met topgevel, waarboven een breed en hoog spitsboograam met tracering, geflankeerd door twee blinde spitsboognissen. De steunberen op de hoeken eindigen in hogels, waartussen een spitsbogige borstwering. De topgevel bezit drie blinde spitsboognissen met spleetvensters en eindigt met een kruisbloem. De zijbeuken zijn als kapellen doorgetrokken tot het koor. De hoek tussen de zijbeuken van het transept richting koor heeft een veelhoekig torentje met spits. De kooromgang heeft een lessenaardak, dat veel lager is aangezet dan dat van de zijbeuken. Elk van de vijf muurvlakken heeft twee spitsboograampjes. Twee rechthoekige gebouwtjes met schilddak aan de noord- en zuidzijde vormen de sacristie en bijsacristie, voorzien van kruisvensters, een paneeldeur met sierbeslag en een topgevel met kruisvenster en piron.

Inwendig wordt de ruimte verdeeld door zuilen van Naamse steen met bladkapiteel. De spitsbogen en de lisenen zijn uitgevoerd in zichtbaar gelaten baksteen, de muren zijn verder gepleisterd. De muren worden geleed door een blind triforium met baksteen deelzuiltjes. De kruisribgewelven van het schip en de zijbeuken zijn uitgevoerd in gepleisterde baksteen. De koortribune heeft afgeschuinde zijden en een ranke Neogotische stenen borstwering. De figuratieve glas-in-lood ramen zijn in 1912 vervaardigd door F. Nicolas & Zonen uit Roermond. De aankleding van de kerk is zeer rijk. De zandstenen retabel van het hoofdaltaar is in 1912 gemaakt door J. Custers, de marmeren tombe is in 1911 gehouwen door Jean Cloquet. J. Custers vervaardigde in 1916 ook de communiebank en in 1933 de preekstoel, in zandsteen. Op de kuip zijn de vier evangelisten en hun symbolen afgebeeld. Het Maria- en Jozefaltaar zijn in 1939 geleverd door Franssen en Van Rooy, voorheen Custers. De kruiswegstaties zijn gevat in een eikehouten lambrizering en werden tussen 1919 en 1923 geschilderd naar ontwerp van Jos Cuypers. De doopkapel is afgezet met een hek van siersmeedwerk. De kerk bevat verder onder meer elf polychrome houten beelden uit 1912, afkomstig uit het atelier van Cuypers. In de kerk tevens een koperen bolkroon, tweemaal acht-lichts, XVIIe eeuw. De zijden van de houten kerkbanken zijn voorzien van een vierpasdecoratie. Tweeklaviers orgel met electrische tractuur, gemaakt voor de voormalige Adventkerk of Nieuwe Walenkerk te Amsterdam. Het instrument is gemaakt door de firma Dalstein & Haerpfer in 1912. Het instrument bezit thans een electrische tractuur en 25 stemmen, waaronder 3 transmissies. Na sluiting van het kerkgebouw werd het instrument aangekocht door de firma Gebr. Reil te Heerde. Na lange tijd in opslag te hebben gelegen kon het instrument in 2004 worden aangekocht door de Parochie van de R.K. Onze Lieve Vrouwe Visitatiekerk te Budel, waarin na restauratie geplaatst.


Waardering

De kerk is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van het katholicisme in het zuiden en is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van de dorpskerk. Het gebouw heeft architectuurhistorisch belang door de stijl en de detaillering en is van kunsthistorisch belang door de interieuronderdelen. Het gebouw is tevens van belang als voorbeeld van het latere oeuvre van de architect Franssen. Het heeft ensemblewaarden vanwege de bijzondere situering, verbonden met de ontwikkeling van het kerkdorp. Het is gaaf bewaard gebleven.