Olie- en schorsmolen Brabants Welvaren Beek en Donk

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Olie- en schorsmolen Brabants Welvaren

Bestand:Oliemolen.jpg
Situatie bj sluis 6 circa 1840. Tekening Ria Duitsman

In 1834 besloot de familie De Jong van Beek en Donk om de aan de oostzijde van de Zuid-Willemsvaart gelegen hoeve, de oude hoeve Boort, deels af te breken (amoveren) en te verbouwen tot een door de wind aangedreven oliepel- en schorsmolen met daaraan vast een molenaarswoning. Op 28 november 1837 liet Johan de Jong een huurcontract opmaken voor notaris Van Kemenade aangaande ”zijn wind-olij-pel en schorsmolen genaamd NOORDBRABANTS WELVAREN met bij- en aanhorige olijnkelder met bergplant en verdere gerieven voorts eene huijzinge daarmede verbonden en gront tot het aanleggen van tuin geschikt, alles staande en gelegen bij de Zuid-Willemsvaart, omtrent sluis nummer zes onder vermelde gemeente Beek en Donk”. Huurder werd Bernardus van den Wijngaard, olijmolenaar, wonende te Nistelrode, voor zes achtereenvolgende jaren voor een jaarlijks huurbedrag van 250 gulden. In 1884 kwam molenaar Daniel Swinkels uit Lieshout in het bezit van de molen. Uiteindelijk trof ook deze molen het lot af te branden, waarna hij niet meer werd opgebouwd.

Bron: Frans Leenders, Eyckenlust, kasteel en omgeving, Beek en Donk2008.