Noodgraf van een gesneuvelde Duitser op het Rinkveld (Asten)

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken

NOODGRAF VAN EEN GESNEUVELDE DUITSER AAN HET RINKVELD (ASTEN)

De bevrijding van Asten tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde zich af in de maanden september, oktober en november 1944. Bij de gevechten tussen geallieerde en Duitse soldaten vielen aan beide zijden, vooral tijdens de Duitse tegenaanval in oktober/november, tientallen doden. Die werden in noodgraven begraven, meestal op of dichtbij de plaats van sneuvelen. De geallieerde soldaten zijn al snel na de bevrijding herbegraven op militaire begraafplaatsen (o.a. Mierlo en Margraten). De noodgraven van Duitse soldaten bleven door hun kruisen nog vele jaren zichtbaar. In Asten is in 1948 begonnen met het opgraven van de lijken en her-begraving op de grote Duitse militaire begraafplaats te Ysselsteyn (Venray) in de Peel. Opgraven, identificeren en herbegraven was een taak van de Dienst Identificatie en Berging (DIB), onderdeel van het Nederlandse leger.

Schets van de plaats van het noodgraf van de in 1944 gesneuvelde Duitse onderofficier bij het Rinkveld aan de 1ste Broekdijk.

Dichtbij het Rinkveld op 3 meter afstand van de 1ste Broekdijk was een onbekende onderofficier begraven. Het graf (zonder kruis) lag in een wei van Hannes Verberne (*11-09-1876 Asten) ongeveer 100 meter van het Rinkveld. Hannes woonde met zijn vrouw Leen Verberne (*30-09-1877 Asten) in de boerderij op Rinkveld 5 (nu op de plaats van nr. 17). Op het kaartje is het graf aangegeven met het DIB-nummer 19250. De twee rondjes zijn drinkputten voor het vee. De DIB heeft de onderofficier op 6 april 1949 opgegraven en onderzocht. Buiten de restanten van militaire kleding zijn bij de lichaamsresten een nikkelen zakmesje met de gravering H.K. en een onderscheidingsteken met daarop de afbeelding van een adelaar aangetroffen. De onderofficier is herbegraven op de Duitse militaire begraafplaats in vak STH, rij VII, graf 84.