Landgoed Stippelberg: verschil tussen versies

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken
k
 
Regel 16: Regel 16:
  
  
[[Categorie:KaartArtikel]][[Categorie:Gemert-Bakel]][[categorie:peelrandgreuk]]
+
[[Categorie:KaartArtikel]][[Categorie:Gemert-Bakel]][[categorie:peelrandbreuk]]

Huidige versie van 15 okt 2019 om 10:55

HeerlijckHistorisch.png Landgoed Stippelberg, Gemert-Bakel

Aardbevingen en veengroei

Tussen Gemert en Bakel. Voor de bosbouw was er heide met stuifduinen op de Stippelberg, hier besneeuwd. Over dit barre gebied werden allerlei verhalen verteld.
Door het natuurgebied de Stippelberg, een bos dat in het begin van de twintigste eeuw is aangeplant voor de bosbouw,loopt de Peelrandbreuk. De continentale platen die het aardoppervlak vormen zijn hier gebroken. Dat leidt tot onrust in de grond maar ook tot een hoogteverschil, soms van een paar meter, op de plaats van de breuk. De oostelijke plaat ligt hoger dan de westelijke plaat. In het lage gedeelte is het droog omdat grondwater in het hoge gedeelte tegen de breuk aanvloeit en dan maar moeilijk verder kan. Het komt uiteindelijk wel naar de oppervlakte gesijpeld en heet dan wijst. Wijst is rijk aan mineralen maar ook voedselarm, het recept voor gruwelijk mooie natuur. In het hoge gedeelte is de grond natter, biedt betere groeikansen voor het veen dat van de Peel in het verleden zo'n ondoordringbaar gebied heeft gemaakt.
Tussen Gemert en Bakel. De Stippelberg nu.
Bij de Peelrandbreuk hebben we ook met ijzer te maken. Het grondwater dat er naar boven komt is sterk ijzerhoudend, zoals ook zichtbaar is in de oranje kleur van beken en sloten. Het ijzer in het grondwater zet zich af in de grond bij de Peelrandbreuk en vormt een harde laag van roestend ijzer en aarde, ook wel ijzeroer genoemd.

IJstijd in de Stippelberg

In de laatste IJstijd, zo'n dertigduizend jaar geleden reikte het landijs niet tot Brabant. Wel was het een uitzonderlijk koud en droog gebied, een poolwoestijn. De dorre grond verstoof door de gure wind en zo zijn grote zandruggen ontstaan, dekzandruggen genoemd die men nu nog in de Stippelberg kan terugvinden. Overigens is dat niet de enige verklaring voor de heuvels hier, in de volksmond werd ook wel over de Peelreuzen gesproken. Het bosgebied de Stippelberg kent ook de veldnamen het Beestenveld en Nederheide. Dit zijn gronden die afzonderlijk zijn aangekocht in de tijd van de grote heideontginningen aan het begin van de twintigste eeuw. Het Beestenveld was de eerste ontginning in de Peel die door de Nederlandse Heidemaatschappij werd uitgevoerd. Zij deden dat in opdracht van de eigenaar, de bankier Abraham Hendrik Ledeboer, die ook eigenaar was van het Landgoed De Sijp. In de uitgestrekte Stippelberg liet hij echter zijn zomerhuis bouwen, Villa Ledeboer.

Tussen Gemert en Bakel. IJzeroer aangetroffen in de Stippelberg, herkenbaar aan de oranje kleur.
Toen was de opvatting dat de Peel alleen bestemd kon zijn voor de bosbouw vanwege de zeer arme grond, waar het gebied volledig bestond uit onbegroeid zand. In de Middeleeuwen staken boeren turf op de natte gedeelten van de hei en lieten hun vee grazen op de drogere gedeeltes waardoor begroeiing ook weinig kans had. Deze duinen konden ook na de IJstijd behoorlijk stuiven.