Hoeve van de abdij Tongerlo in Hoogeloon bij het Loonse bos

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Hoeve van de abdij Tongerlo in Hoogeloon bij het Loonse bos

In de middeleeuwen was de abdij Tongerlo grootgrondbezitter in Hoogeloon. De abdij Tongerlo is in de loop van de 14e eeuw in het bezit van een grote hoeve, het patronaatsrecht, de tienden en de molen met banrecht van het dorp Hoogeloon.

In het Kempenproject is een gedetailleerde reconstructie van de Tongerlose Hoeve te Loon gemaakt. Conclusie: Er blijkt een grote mate van historische continuïteit te zijn tussen de 16e eeuw en de situatie zoals weergegeven op de kadastrale kaart van 1830. Men neemt deze kaart dan ook als basiskaart voor de reconstructie. De goederen vormen geen aaneengesloten geheel. Tongerlo heeft destijds een al bestaande hoeve verkregen: de hoeve is dus geen ontginning van Tongerlo geweest. De nederzetting Hoogeloon ligt in een klein beekdal met aan weerszijden een akkercomplex. De grond die vanaf het einde van de 12e eeuw in bezit is van de abdij Tongerlo ligt op het oostelijke akkercomplex. De vroegmiddeleeuwse bewoners hebben waarschijnlijk het westelijke akkercomplex bewoond. Archeologisch onderzoek kan aantonen hoe het middeleeuwse nederzettingspatroon van Hoogeloon er werkelijk uitzag. De Hoeve te Loon werd door Tongerlo verworven. In 1590 werd de hoeve overgedragen aan het bisdom Den Bosch en in 1648 genaast door de Republiek.

Van der Zee heeft in 1989 de gronden van de deze hoeve gereconstrueerd op grond van eerdere gegevens uit het archief van Tongerlo. Volgens K. Leenders kan deze reconstructie wel kloppen, maar er zijn bij nader inzien wat rare dingen. Zo wordt de “Nieuwen Bocht” als een van de lange smalle akkerstroken aangegeven. Dat is geen plek voor een bocht en bovenstaande beschrijving leert dat er ook hakhout langs staat met 5 eiken. Deze bocht zou eerder ergens bovenaan bij het Doodland moeten liggen, waar overigens nog een tweede bocht (een oudere?) moet liggen. Beide bochten zijn door K. Leenders dan ook daar gesitueerd. De gissing dat de weide (of eusel) Rijsboom oostwaarts aangevuld moet worden, lijkt niet juist omdat daar de bodem plots flink daalt. Eerder moet het perceel noordwaarts aangevuld worden. Uit de teksten blijkt verder dat tussen het Loons Bos en de Kleine Beek de Papenbeemden liggen, al blijkt niet dat die van Tongerlo waren. Ten noorden daarvan lag kennelijk de Bosbeemd.

De Vlashof bij de hoeve stond blijkbaar vol hakhout, met daarin enkele grote bomen. De weide Rijsboom had ook hakhout met bomen. Het lijkt alsof niet alleen vanaf de hoeve naar de kerk een laantje gemaakt was, maar ook van de hoeve naar het zuidwesten en noordwesten. In de akkers werden geen bomen of struiken vermeld. Dat roept het beeld van een open akker op. Tussen de centrale open akker en het Dootland was kennelijk een onvolledige hakhoutrand.

Overigens was het smalle Safraenhoefken in 1539 in gebruik als heesterkwekerij. Waar de Boschakker in het Loons Bos prikt en even zuid daarvan stond de Romeinse villa en in de hakhoutrand langs de Koebossen zat een Romeinse tumulus, later bekend als Kabouterberg. Er behoorde 8 hectare bos bij de hoeve. De pachtvoorwaarden dragen op een op een wal een gracht om het bos te leggen wat overigens ook kan betekenen dat een al bestaande wal onderhouden moet worden. Deze wal was in 1989 nog in het landschap waar te nemen. De cultuurhistorische en ecologische waarde van de wal en het Hoogeloonse bos is dan ook groot.