Herbertusbossen, Heeze

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Herbertusbossen

De Herbertusbossen maken deel uit van de terreinen die behoorden bij het kasteel Heeze en zijn onlangs vernoemd naar de eerste met naam gekende kasteelheer, Herbertus uit 1197. Op de Meierijkaart van Verhees uit 1794 staan deze bossen nog niet afgebeeld, maar bij de opname van het kadaster (ca 1830) en de eerst topografische kaarten kort daarna bleken ze er al wel te zijn. Het gaat om een rechthoekig ontginningsblok direct ten oosten an het kasteel, waarin ook landbouwgrond werd aangelegd en een werd pachthoeve gebouwd (zie 5.18.3.007 De Hoeve achter kasteel Heeze). Iets oostelijke staat in 1830 een tweede groot bosperceel: 5.20.2.006. Door een foute benaming op de nieuwste Topografische Kaart blad 51H wordt voor deze bossen ten onrechte ook de naam “Hubertusbossen” gebruikt.

Het gebied bestaat voornamelijk uit aaneengesloten bebossingen op oude ontginningen. De bospaden zijn deels aangelegd volgens het principe van de Engelse stijl (zie ook 5.18.1.3 kasteel Heeze en 5.19.12.1). Enkele oude cultuurgronden zijn niet bebost. De "ontginning" vormt de oostelijke grens van deze overgang naar de droge voedselarme dekzanden (plaatselijk verstoven). De droge voedselarme dekzanden zoals we ze in het oostelijk deel van de Herbertusbossen aantreffen, bestaan grotendeels uit jonge heideontginningsbossen overgaand in het open heidelandschap van de Strabrechtse Heide.” NB: de oude cultuurgronden zijn rond 1800 uit heide ontgonnen akkers!

Het gebied is ontsloten door een uitgebreid net van wegen en paden. Het padentatroon in Engelse stijl in de Herbertusbossen dateerd van rond 1900 (niet op kaart 1881, wel op kaart 1930). Deze paden liggen ten noorden van de parkeerplaats aan de Boschlaan. In het gebied is een wandelroute uitgezet met een lengte van 2,6 km. Deze wandelroute voert door de oudste bossen van het landgoed, de route loopt deels over de "Engelse" paden. Vanuit de parkeerplaats aan de Boschlaan en vanuit de parkeerplaats aan de Somerenseweg kan men aan de route beginnen. De route voert door een bos waarin delen zeer oud zijn. Enkele percelen grove den zijn wel 130 jaar oud. Op enkele plaatsen staan enorme dennen die nog veel ouder moeten zijn. Ook bij het loofhout zijn een aantal tamelijk oude stukken bos. Het oudst is een klein stukje eikenbos van 134 jaar oud. Eiken en beuken van meer dan negentig jaar komen veel voor. Bij de aanplant van het bos stond steeds een bepaald doel voor ogen: houtproductie, jacht, recreatie, windvang of het tegengaan van bodemerosie. Dergelijke bossen worden cultuurbossen genoemd. Natuurbossen, die spontaan ontstaan, komen in Nederland niet meer voor.

In 1845 was de opbouw van het landschap als volgt (zie erfgoedkaart waar de ontwikkeling van het landschap in kaart is gebracht): in het beekdal hooi- en graslanden; aansluitend daarop liggen de akkers; na de akkers volgen de uitgestrekte heiden. De akkers grenzen aan het beekdal en zijn omzoomd door bos (bosjes, houtwallen e.d.).