Heeze-Leende, Oude St. Jobskapel

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Oude St. Jobskapel te Heeze-Leende

St. Job verering

De kapel stond in de akkers, 400 meter ten zuidzuidoosten van de oude kerk van Heeze op het gehucht Kerkhof, halverwege tussen Heeze en Leende. De oudste vermelding van de kapel dateert uit 1521. De “heilige man Job”, zoals hij in Heeze wel wordt aangeduid, wordt vereerd als patroon tegen de pest, huidziekten, zweren en gezwellen. Hij wordt ook aangeroepen ter berusting in de goddelijke wil bij lijden en bij een onrustig geweten’. Object van verering in de kapel was een gepolychromeerde eikenhouten sculptuur van St. Job (hoogte 87m) uit de 16e eeuw. Job is voorgesteld met baard en lendedoek, zittend op een vaalt, zijn lichaam overdekt met zweren. Zijn linkerhand wees naar een zweer op zijn buik, in zijn rechterhand hield hij een potscherf vast. De kapel had een luidklokje dat uit 1467 zou dateren, met als opschrift Job, ora pro nobis (Job, bid voor ons). Uit een beschrijving van Philips baron Van Leefdael is bekend dat er omstreeks 1640 bedevaarten werden gehouden naar het kapelletje.

St.Jobskapel.jpg

De St. Jobskapel op de Meierijkaart van Verhees, 1794.

Hoewel de kapel gesloopt is in 1654, staat er toch een kapel op de historische kaart van Verhees uit 1794. Een curieus gegeven want na de Vrede van Münster in 1648 werd de katholieke godsdienst in de Generaliteitslanden formeel verboden. De bouw van nieuwe kerkgebouwen en kapellen was dan ook verboden en veel oude kapellen werden gesloopt. Hoewel het katholieken in de loop van de tijd werd toegestaan om schuilkerken (schuurkerken) in te richten, is de bouw van een nieuwe kapel in 18e eeuws Heeze zeer onwaarschijnlijk. Hieruit volgt dat Verhees een vergissing heeft begaan, een verzetsdaad heeft gepleegd, of dat de bronnen onjuiste informatie geven danwel de herbouw van een kapel(letje) verzwijgen.

Einde van de kapel

In 1654 werd de kapel gesloopt. Het beeld van St. Job uit de voormalige kapel werd in de schuurkerk op Eimerik geplaatst. In mei 1730 ontstond er een conflict toen pastoor Joannes Spierincx van Heeze de feestdag van St. Job wilde vieren, ondanks eerdere verboden van 'Paepsche superstitien', onder meer in 1717. Drossaard Govert van den Hoeven wilde de bedevaart naar St. Job op 10 mei 1730 belemmeren. Pastoor Spierincx gehoorzaamde en zag af van een misviering op die dag. De pastoor nam zich voor om de zondag daarop, 14 mei, voor te gaan 'op een gehugje onder Heese, ‘s morgens vroegh in een scheur [schuur] sonder eenighe de minste uijterlijcke ceremonien, beedevaerden enz.'. De drossaard onderschepte echter dit plan en vaardigde een nieuw verbod uit, waar de pastoor wederom in berustte.


St. Jobsboom

Na 1654 verschoven de St. Job-verering en het beeld naar de schuurkerk op Eimerik en vervolgens naar de elkaar daar opvolgende kerken van 1833 en 1933. Bovendien werd als herinnering een boom geplant en verplaatste de verering zich naar deze Jobsboom, die tot in de 20e eeuw door bedevaartgangers werd bezocht. Deze St. Jobsboom op de St. Jobsheuvel werd een nieuw, secundair vereringssymbool. Omstreeks 1925 stierf de oude eik en werd een nieuwe boom geplant, die echter in het kader van de ruilverkaveling in 1960 sneuvelde. Bij de boom kwamen tot in de 20e eeuw jaarlijks op 10 mei pelgrims uit omliggende dorpen bidden, terwijl de bedevaart bij de Heezenaren zelf weinig aandacht had.

St. Jobsklokje

Het klokje is na de sloop van de kapel in 1654 naar het kasteel van Heeze overgebracht om te dienen als klok om het dienstpersoneel bijeen te roepen voor de maaltijd. Het klokje hangt thans bij de tuinmanswoning van het kasteel in Heeze. Het originele St. Jobsklokje is in de binnentuin van Kasteel Heeze te vinden.

In 1962 is door de Heemkundekring op de vermoedelijke plaats van de oude St. Jobskapel (op het kruispunt nabij Ven 25) als herinnering een klokkenstoel geplaatst. Deze heeft een vier meter hoge overkapping met daaronder het zogenaamde St. Jobsklokje. Het klokje kan door voorbijgangers geluid worden.

St. Jobskapel in de Martinuskerk te Heeze

Na 1654 verschoven de St. Job-verering en het beeld naar de schuurkerk op Eimerik en vervolgens naar de elkaar daar opvolgende kerken van 1833 en 1933. Bovendien ontstond er een verering bij de Jobsboom. Misschien bedoelde Verhees die boom. De in 1833 gebouwde kerk bezat een apart St. Jobsaltaar. Achterin de Martinuskerk van 1933, links naast de toren, is een aparte devotiekapel, gewijd aan St. Job. In de buitenmuur van die kapel is een gebrandschilderd raam door Pieter Geraedts uit 1956 met een voorstelling van de 'Engel van het geduld' aangebracht; een verwijzing naar de berusting en lijdzaamheid van Sint Job. De wanden van die kapel zijn in grauwe tinten beschilderd met voorstellingen uit het leven van Job, vervaardigd door Pieter Geraerdts in 1956. Frontaal, boven het glas-in-Ioodvenster, is God de Vader afgebeeld; aan weerszijden van het raam is een engelenfiguur geschilderd. Aan weerszijden zijn voorstellingen uit het leven van Job aangebracht met links een plastische voorstelling van de heilige gezeten op een mestvaalt met een potscherf in zijn hand, in gesprek met zijn vrienden. Tot circa 1966 stond het beeld van Job links vooraan in de kerk. Op 28 januari 1976 werd dit beeld, ondanks de verankering met acht bouten, uit de Sint Martinuskerk gestolen. Het is sindsdien spoorloos.

Tot ongeveer 1955 was er nog sprake van een drukke devotie. Vanaf de jaren zestig van de 20e eeuw is er, afgezien van lokale toeloop en verering in de speciale devotiekapel achter in de kerk, nauwelijks nog sprake van een bedevaart. Voor die tijd kwamen er veel pelgrims van buiten het dorp, met name uit Helmond en omgeving.