Gemert-Bakelse sagen: stalkaarsen

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Stalkaarsen in Gemert-Bakel

De Katholieke gebruiken waren in vroeger eeuwen sterk verweven met het bijgeloof. Als een pasgeboren kind ziek was of misschien wel zou sterven kon de doop vervroegd plaatsvinden. Stierf een kind namelijk voordat het gedoopt was dan was het verdoemd om een dwaallicht te worden. Dwaallichten, in deze streken ook wel stalkaarsen genoemd waren kleine lichtjes die eindeloos rondzwierven in de Peel (’s nachts natuurlijk) en die reizigers het moeras inlokten om ze dan te verdrinken. Sommige bronnen vermelden dat de lichtjes ook wel naar een ven huppelen in de hoop gedoopt te worden. Blauwe stalkaarsen wijzen vaak de plaats van verborgen schatten aan, hoewel ze dan ook weer proberen om schatten te verbergen voor de mensen die ze komen zoeken. Schijnbaar zijn ze een zeer wispelturig soort verschijnsel. Naar een dwaallicht mag men niet wijzen of fluiten of ervoor op de loop gaan. Als je maakt dat je thuiskomt zie je de volgende dag vaak op de deur vaak een zwartgebrande plek. In de Gemertse Peel zag men ooit wel zeven stalkaarsen onheilspellend boven een Peelven dansen maar hoe dat afliep word helaas niet vermeld.

Bronnen:

Rooijakkers, G., Eer en schande: Volksgebruiken van het oude Brabant, 1995, SUN, Nijmegen

Sinninghe, J.R.W., Noordbrabants Sagenboek, 1964, Kruseman, ‘s-Gravenhage

Ter Laan, K., Van Goor’s folkloristisch woordenboek van Nederland en Vlaams-België, 1974, Van Goor, ‘s-Gravenhage