De eerste middeleeuwse parochiekerk van Dommelen

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken

De eerste middeleeuwse parochiekerk van Dommelen

In 1444 werd Westerhovense parochie annex Dommelen afgescheiden van Bergeijk en tot een zelfstandige parochie verheven. Dommelen kreeg een eigen kapel met een rector (rector = priester dienstdoend als pastoor).De Dommelse kerk stond in de Kerkakkers en wordt gedateerd in de periode 1440/1460. Pas in 1565 werd Dommelen een zelfstandige parochie. Vanaf 1648 kwam de kerk in handen van de protestanten, die vanwege hun geringe aantal niet in staat bleken de kerk te onderhouden. Tot 1798 kerkten de Dommelse katholieken in de kloosterkapel van het Agnetendal. Toen in 1716 de zusters onder dwang het klooster moesten verlaten, bleef de kapel ‘als schuurkerk’ in gebruik. Op voorwaarde dat de toren verwijderd zou worden, immers een schuur of schuilkerk mocht niet als kerkgebouw herkenbaar zijn.

In 1798 kregen de katholieken hun zwaar vervallen kerk weer terug. De herstelwerkzaamheden duurden tot 1821. Pas daarna kon de kerk opnieuw gewijd en in gebruik genomen worden. De kerk had kennelijk geen toren, want er was sprake van een “luihuis” met klokken uit 1565 en 1713. De oude kloosterkapel werd toen gesloopt. In 1852 ging de geplande plaatsing van een orgel niet door omdat de kerk opnieuw teveel mankementen vertoonde. Deze beslissing was vermoedelijk te wijten aan de slechte toestand van de bouwvallige kerk die ‘eenzaam in de akkers’ stond. Het al aangekochte orgel, gebouwd door de Bossche orgelmaker Vollebregt, werd doorverkocht aan de Lutherse Kerk in Heusden.

In 1879 besloot men een nieuwe kerk te bouwen, meer in de kom van het dorp, omdat de oude kerk opnieuw bouwvallig was geworden. Die oude kerk werd in 1883 verkocht voor sloop; stenen werden gebruikt voor de bouw van de huidige Martinuskerk. In 1978 werden naar deze oude kerk opgravingen verricht. De fundamenten werden bij het afronden van die werkzaamheden in de bestrating zichtbaar gemaakt.