Opwettenseweg 132, Nuenen
Uit Erfgoedwiki
Opwettenseweg 132, Nuenen
Naam/Bekend als: | Opwettenseweg 132 |
Korte beschrijving: | Langgevelboerderij nabij de Opwettensewatermolen. |
Beschrijving omgeving: | Het pand ligt ten zuidwesten van de kom van Nuenen, op korte afstand ten westen van de Opwettenseweg en ten zuiden van het kruispunt Vorsterdijk,Wettenseind. De oostgevel is voorgevel. Historische waardevolle bijgebouwen staan langs de Vorsterdijk en op het terrein ten zuidwesten van het hoofdgebouw. De visuele samenhang met het eeuwenoude watermolencomplex is van grote betekenis. Zo een harmonieuze samenhang is er ook met overige kleinschalige gebouwen in de omgeving langs Vorsterdijk, Opwettenseweg en Wettenseind. |
Bouwjaar: | 17e t/m 19e eeuw |
Architect: | Onbekend |
Monumentstatus: | Cultuurhistorisch karakteristiek pand |
Adres: | Opwettenseweg 132 5674 AD |
Huidig gebruik: | Tijdelijke bewoning |
Links: | [http://www.opwettensewatermolen.com www.opwettensewatermolen.com |
Lange beschrijving: | Het pand bestaat uit tien traveeën en bevat één bouwlaag en een kap (met borstwering). Een gewelfde kelder ligt op de noordwestelijke hoek. De muren zijn dragend, waarbij voor- en achtergevel van gelijke hoogte zijn. Het metselwerk is in kruisverband en grotendeels in een geelrode handvormsteen uitgevoerd. Op de hoeken zijn geen klezoortjes of andere bijzonder oude metselverbanden aangetroffen. Het originele voegwerk is vervangen door ruwgeborsteld werk uit ca 1970 dat eventuele bouwsporen verdoezelt. Ter plaatse van het bedrijfsgedeelte is het bovendeel van de muren jonger en in een rode machinale baksteen uitgevoerd. De dakbedekking, eveneens uit ca 1970, bestaat uit gesmoorde muldenpannen en is doorgetrokken over de topgevels en voorzien van ruime overstekken met zinken mastgoten. Een schoorsteen staat op de nok, ter plaatse van de brandmuur. In de straatgevel markeren smeedijzeren schootankers de positie van balklagen in het woongedeelte. In het bedrijfsgedeelte is een moderne draagconstructie (ca 1970) aanwezig met blinde verankering. Het zelfde type ankers staat in de noord- en westgevel. Het object heeft op het eerste gezicht een aantal kenmerken gemeen met een traditionele langgevelboerderij, zij het dat het woongedeelte buitengewoon groot is. De bouwgeschiedenis van dit pand is vrij complex. De oude brandmuur is mogelijk oorspronkelijk een buitenmuur geweest. Op de kadastrale minuutkaart (1832) komt ter plaatse reeds bebouwing voor. Die bestond toen denkelijk al vrij lang, wat niet te verwonderen is, aangezien de watermolen al in 1335 wordt vermeld. In 1832 staat hier een groot rechthoekig volume dat overeenkomt met het huidige woongedeelte van de boerderij en een iets groter volume direct ten noorden ervan, dat met de as haaks erop staat en zich wat verder westwaarts uitstrekte langs de Vorsterdijk. Op het terrein ten westen stond nog een klein gebouwtje. Volgens overlevering zou bij de bouw van het pand gebruik zijn gemaakt van materiaal dat afkomstig zou zijn van een gesloopte schuilkerk uit de Generaliteitsperiode (1648- ca 1800). Het valt in dit kort bestek niet uit te maken in hoeverre die hypothese valabel is .Onderzoek daarna is aan te bevelen. Het hier beschreven pand moet ouder zijn dan het muldershuis (op het molenterrein) dat uit 1743 dateert. Een overweging omtrent een vroegere functie is de volgende: In de directe omgeving van watermolens hadden de veraf gevestigde eigenaren (grootgrondbezitters met zeer lucratieve privileges) dikwijls een ‘laathoeve’ of ‘kelderhoef’, waarvan de pachter-bewoner moest toezien op een correcte gang van zaken ter behartiging van de inkomsten die aan zo’n molen (en overige pachthoeven) verbonden waren. Ook de opbrengsten in natura (tienden) werden wel in zo’n kelderhoef opgeslagen. Tot de Franse Revolutie bleef dit rechtssysteem van kracht. Misschien was dit pand of een voorganger zo’n kelderhoef. Nader onderzoek is noodzakelijk om verdere uitspraken te doen. |