Blikken Emmer: verschil tussen versies
k |
|||
Regel 47: | Regel 47: | ||
[[image:Punt A Blikken Emmer31.jpg|thumb|left|Positie Punt A na het overbrengen van alle lengte meetgegevens uit 1811 op de huidige topografische kaart||300px]] | [[image:Punt A Blikken Emmer31.jpg|thumb|left|Positie Punt A na het overbrengen van alle lengte meetgegevens uit 1811 op de huidige topografische kaart||300px]] | ||
− | [[Categorie:KaartArtikel]] | + | [[Categorie:KaartArtikel]][[Categorie:Gemert-Bakel]] |
Huidige versie van 24 jan 2013 om 15:36
Inhoud
D'n Blikken Emmer
Op een van de hoogste stuifduinen van de Stippelberg (ca 33m +NAP) stond op deze plek al een lange paal sinds het jaar 1810. De paal had een lengte van 7 a 8 meter en in de top hing een rieten mand en een vlag. De paal werd gebruikt door Franse landmeters en werd een 'Lange Juffer' genoemd. Later kreeg deze de naam D'n Blikken Emmer.
Franse bewind en het kadaster
Onder invloed van het Franse bewind onder Napoleon werd in 1810/11 begonnen met het opzetten van het Kadaster om belastingen te kunnen innen. Voor het opmeten van het grondgebied van de voormalige gemeente Bakel hanteerde men een driehoeksmeetnet. (zie kaart)Op alle hoekpunten van het meetnet werden de Lange Juffer palen geplaatst in de grote open heide. Soms lagen de herkennningspunten wel enkele kilometers uit elkaar. De Landmeters maakten gebruik van een hoekmeetinstrument en een verrekijker. Met kettingen voerde men in het terrein lengtemetingen uit tussen de palen. Naast de Lange Juffer palen waren ook de kerktorens van Bakel, Milheeze en Deurne belangrijke meetpunten. Maar ook de eeuwenoude grenspalen tussen de gemeenten Gemert, Venray, en Deurne deden dienst.
Van punt A, Stippelberg naar D'n Blikken Emmer
Het centrale punt voor alle driehoeksmetingen was punt A, dat de naam D'n Blikken Emmer kreeg. Hier stond dan ook de belangrijkste centrale 'Lange Juffer'in 1810/11. Ongeveer 100 jaar later werd aan deze paal een emmer gehangen. In de volksmond kreeg de paal D'n Blikken Emmer maar ook Blekken Immer komt voor.
Schafttijden en Brandtoren
Vanaf 1892 werden de Ripse bossen aangeplant t.b.v. de mijnbouw in Zuid-Limburg. In de overleveringen wordt verteld dat de emmer in de paal een bijzondere functie had: men sloeg op de emmer om met dat geluid de schafttijden van de boswerkers aan te kondigen. In een jaarverslag van de Heidemij uit 1909 werd de lange paal op deze stuifduin trouwens 'de Leege Emmer' genoemd en verder werd er vermeld dat, indien men over de sterk opgroeiende dennen heen wilde kijken, er toch wel een 'echte' brandtoren zou moeten worden in de nabije toekomst.
Slot
De meetgegevens van de Fransen uit 1810 worden momenteel nog elke dag benut door het Kadaster.
Het toponiem Stippelberg is definitief gevormd vanaf 1810/11. Het verwijst naar de vorm van de toenmalige kale zandheuvels die als stippels in de grote open heide lagen.