Brontekst bekijken van De molen op de Hees Beek en Donk

= <Molen op de Hees Beek en Donk> =

<Molenaar Lambertus der Kinderen uit Meerveldhoven was in 1863/1864 op de Hees begonnen met de bouw een achtkantige bergmolen, die oorspronkelijk in Friesland gestaan zou hebben. Nog tijdens de bouw werd hij verkocht aan Johannes van Thiel en de spijkerfabrikanten Petrus, Hendrikus en Marianus van Thiel.  Lang bleef de molen niet in handen van de gebroeders Van Thiel; na 5 jaar deden ze hem weer van de hand. Jan Hendrik Swinkels, molenaar te St. Oedenrode, kocht de molen op 24 juli 1869.  Diens zoon Johannes Marinus nam hem over. Deze overleed in 1916. Er waren geen kinderen die de molen konden overnemen en de weduwe verkocht hem in 1920 aan Petrus Johannes Vereijken, uit St. Hubert. Vereijken  was dan wel de eigenaar, het malen heeft hij waarschijnlijk overgelaten aan molenaar Jan van den Boogaard. 
In 1927 werd de molen op de Hees gekocht door de laatste molenaar Frans Heesters. In die tijd verenigden de boeren zich in corporaties zoals de Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond. De graanhandel, de in- en verkoop van granen, gebeurde door deze coöperatie. De katholieke kerk stimuleerde deze gang van zaken. Zo ook voelde Heesters als molenaar de druk die de geestelijkheid van de Donk hem oplegde om de graanhandel vooral via deze corporaties te laten verlopen. Uiteindelijk zwichtte Frans Heesters onder deze druk en besloot de molen op de Hees in 1932 te verkopen aan deze coöperatieve handelsvereniging (NCB) te Veghel. Heesters bleef wel als molwnaar in loondienst op deze molen. Rond 1936 is men tot sloop van de molen overgegaan. 

Bron: Frans Leenders, De molen op de Hees, D’n Tesnuzzik, 2014 nr. 2, pag. 3 t/m 10.
>







[[Categorie:KaartArtikel]]