WWII: Lancaster en Burg. Wijtvliet monument, De Rips: verschil tussen versies

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken
(Lancaster en Burg. Wijtvliet monument)
(Lancaster en Burg. Wijtvliet monument)
Regel 3: Regel 3:
 
Op dit monument wordt ook aandacht geschonken aan de plek van de 27 andere vliegtuigcrashes/noodlandingen in de gemeente en een nagedachtenis aan burgemeester Wim Wijtvliet die zijn leven met de dood moest bekopen in een concentratiekamp voor onze vrijheid. De aanliggende straat is naar hem vernoemd.   
 
Op dit monument wordt ook aandacht geschonken aan de plek van de 27 andere vliegtuigcrashes/noodlandingen in de gemeente en een nagedachtenis aan burgemeester Wim Wijtvliet die zijn leven met de dood moest bekopen in een concentratiekamp voor onze vrijheid. De aanliggende straat is naar hem vernoemd.   
  
 +
(bij dubbelklik op de foto wordt deze extra vergroot)
  
 
[[image:Lancaster_en_Burg.Wijtvliet_monument_DSC05760.JPG|thumb|left|400px]]
 
[[image:Lancaster_en_Burg.Wijtvliet_monument_DSC05760.JPG|thumb|left|400px]]

Versie van 30 mei 2011 om 22:21

Lancaster en Burg. Wijtvliet monument

Tijdens de tweede wereldoorlog is op 21 februari 1945 in de Rips een Lancaster bommenwerper van de Britse Luchtmacht neergestort. Bij de crash kwamen zeven van de acht bemanningsleden om het leven. Op dit monument wordt ook aandacht geschonken aan de plek van de 27 andere vliegtuigcrashes/noodlandingen in de gemeente en een nagedachtenis aan burgemeester Wim Wijtvliet die zijn leven met de dood moest bekopen in een concentratiekamp voor onze vrijheid. De aanliggende straat is naar hem vernoemd.

(bij dubbelklik op de foto wordt deze extra vergroot)

Lancaster en Burg.Wijtvliet monument DSC05760.JPG

(hier onder een crashverslag uit een Australische krant uit 1992 door de enige overlevende Eddie Hansen)

Deze schutter wilde niet gaan liggen

De machtige Lancaster bommenwerpers zijn een stuk geschiedenis uit W.W II. De veteraan staartschutter Eddie Hansen vloog met Lancasters en vertelt Frazer Guild waarom hij wil dat er een van de weinigen die nog over zijn hier in WA gehouden moeten worden. Op 12.000 voet (4000 meter) boven donker Europa werd het leven van de man uit Perth, Eddie Hansen voor altijd veranderd. De staartschutter van de Lancaster was op zijn 54ste operationele oorlogsvlucht en zijn geluk had al langer geduurd dan normaal was voor iemand van een bommenwerperbemanning die constant achtervolgd werd door de nachtjagers van de Luftwaffe. Met een driekwart maneschijn was de viermotorige bommenwerper een bijna perfect doel en de “skipper” Group Captain Evans-Evans liet het vliegtuig heen en weer draaien zodat ze de blinde hoek onder het vliegtuig toch in de gaten konden houden. De speciaal bij elkaar gezochte bemanning was tevreden met hun Path Finder missie naar het Mittelland kanaal bij Gravenhorst. Het was de taak van de Path Finders om het doel te markeren voor de hun volgende bommenwerpers en ofschoon ze al op weg naar huis waren wisten ze dat ze nog steeds zeer kwetsbaar waren voor de Duitse azen die al duizenden Lancaster bemanningen hadden gedood. Dhr. Hansen kon de activiteiten van de jagers zien en af en toe een vuurbal die verscheen als er een andere Lancaster werd geraakt. Hij had een voorgevoel dat ergens iets rond hun vloog en vroeg de Skipper om verder te gaan met het heen en weer draaien van het toestel zodat ze verder konden zoeken. Nadat ze een bocht van links rechtuit gingen vliegen zag Dhr Hansen een verblindende flits van brandende benzine. Dit werd onmiddellijk gevolgd door een intense hitte en er stroomde oranje licht langs de achtergeschutskoepel. Het vliegtuig stond in brand en ik zei dit over de intercom, “Skipper, we zijn geraakt”. “Evans-Evans antwoordde, “Ik weet het”, en onmiddellijk hierna schreeuwde hij naar ons om er uit te springen. “Vuur stroomde langs me heen en toen zag ik een gedeelte van de linkervleugel afbreken en de Lancaster ging over in een tolvlucht die iedereen vast pinde in de romp vanwege de centrifugaal kracht”. Vanwege dit gevaar, had Dhr. Hansen er op gestaan een parachute te krijgen van het type dat door de vliegers gebruikt werd in plaats van een die naast de koepel in de romp gehangen moest worden. Toen het toestel naar beneden ging rukte hij aan de kabel die de dubbele schuifdeur van de koepel opende en drukte zijn achterwerk in de slipstroom. Toen trok hij aan het parachutekoord, het risico nemende dat deze vuur zou vatten van de vlammen die langs de romp stroomden vanaf de voorkant. De parachute opende zich en hij ging als een kurk uit een champagnefles uit het vliegtuig. De achterkant van zijn hoofd raakte de top van de koepel en hij was bewusteloos. Ik herinner me vaag dat ik bij kwam, hangende onder de parachute en zag een vuur onder me op de grond. Ik dacht dat ik op het vliegtuig zou landen en werd toen voor de tweede keer bewusteloos. Hij kwam bij in een omgeploegd veld. Zijn hoofd en borst deden zeer en beide enkels had hij verstuikt. Zijn zeven collega’s waren dood in het brandende vliegtuig, 300 meter verderop.

Dhr. Hansen sleepte zich zelf op zijn ellebogen weg om een veiliger plek te vinden om zich te verbergen omdat hij niet wist of hij in bevriend dan wel in vijandelijk gebied was geland. Na een dag of zo in de veiligheid van de bossen die hij had bereikt draaide hij zich om en zag een grote man naast hem staan met klompen aan. De Nederlander was aan het zoeken naar Dhr. Hansen en nadat hij hem had verzekerd dat hij in bevriend gebied was nam hij hem op de rug en droeg hem het bos uit naar zijn fiets die in de nabijheid stond. De redder propte de gelukkige heer Hansen op de fiets en duwde deze naar een boerderij waar Britse soldaten opgeroepen waren. Voor de heer Hansen was de oorlog nu over, die een jaar eerder een DFC,(Distinguised, Flying Cross) had gekregen voor zijn vakmanschap en dapperheid tijdens de Path Finders markeervluchten. Maar nu wordt er een andere strijd gevochten door Dhr. Hansen (68) uit Yokine en andere Lancaster veteranen omdat de mogelijkheid er is dat de bommenwerper die tentoon gesteld is in het RAAF museum in Bullcreek verkocht gaat worden om zo aan de benodigde gelden te komen. In de nacht dat hij werd neer geschoten, 21 februari 1945, werden nog acht Lancasters neer gehaald in het zelfde gebied. Onderzoekers geloven dat hier de Duitse aas Majoor Heinze-Wolfgang Schaufer verantwoordelijk voor was. Het is voor al deze bemanningen en 58.000 luchtmacht mensen die gedood werden dat ze geloven dat dit vliegtuig moet blijven als een aandenken. De Lancaster en andere toestellen zoals de Stirling en Halifax braken de ruggengraat van de Duitse militaire macht en verkortten de oorlog zonder twijfel, zegt de heer Hansen, die op 18 jarige leeftijd Kalgoorlie verliet om dienst te nemen bij de RAAF. “Er zijn duizenden jongere Australiërs die dienst deden in Bomber Command en velen waren toen nog teenagers”. “Het is ook voor de grondbemanningen die zo hard werkten in slechte condities om ons vliegende te houden en ook voor de WAAF’s in alle secties.

“De Lancaster is omschreven als een juweel in de kroon van het museum en dat is het ook”. “Mijn verhaal is er een van de honderden over dit ongelofelijk vliegtuig. Het werd een deel van ons en wij werden een deel van het vliegtuig. Het is ondenkbaar dat ze dit enige over gebleven toestel dat we hier hebben gaan verkopen. De president van de RAAF Association, Dhr. Tom Scully zei dat er nu een kleine kans was dat het uitgesteld zou worden vanwege een suggestie die gedaan is door de premier Dr. Lawrence om aan een loterij mee te doen. De AVRO Lancaster is een van de twee die nog in Australie is en een van de twaalf die er in de wereld nog bestaan. De Association heeft $ 1.5 miljoen dollar nodig om het museum met zijn 20 vliegtuigen te kunnen runnen.

WIM G.C.F. WIJTVLIET

Burg. Wijtvliet.jpg

Burgemeester van Bakel en Milheeze (1931-1945)Burgemeester Wijtvliet weigerde om arbeiders uit zijn gemeente aan te wijzen om Vliegveld B84 De Rips (de Sijp-Elsendorp) aan te leggen in opdracht van de Duitse bezetter. Hij is hier voor gevangen genomen en na verblijf in diverse concentratiekampen gestorven. Burgemeester Wijtvliet was een zeer principieel goed vaderlander, die steeds op de bres heeft gestaan voor zijn mensen in de gemeente. Het laatste jaar van de bezetting in 1944 werd hem de opdracht gegeven om arbeiders aan te wijzen voor verdedigingswerken in Zeeland. Dit weigerde hij pertinent. In verband hiermee werd hij in zijn woning in Bakel door de S.D. (Sicherheitsdienst) gearresteerd en overgebracht naar de strafgevangenis in ’s Hertogenbosch waaruit hij na enkele dagen weer werd ontslagen. Dit bleek later echter de fout van de telefoniste te zijn geweest. Al kort daarna kreeg hij de opdracht 50 arbeiders en 25 paarden te leveren voor Vliegveld B84 De Rips onder zijn gemeente. De Duitsers drongen hem ook op om onderduikers te sturen omdat deze dan vrij gesteld werden voor werkzaamheden in Duitsland. Door de “Ondergrondse” werd hem toen aangeraden om onder te duiken, waaronder de familie Franssen uit De Rips waar hij eenmaal per week kwam. Hiervan wilde hij echter geen gebruik maken en hield steeds de belangen van burgers voor oog en weigerde ook voor het Vliegveld mensen aan te wijzen. Op het laatst werd hij als het ware dag en nacht vervolgd door een zekere Kruschke, een Duitser die voor de aanleg van het vliegveld de leiding had. Op zekere dag dreigde Kruschke hem dat enige burgers zouden worden neer geschoten indien hij bleef weigeren. Op 6 Juli 1944 werd Wijtvliet met nog zeven andere collega’s, die eveneens geweigerd hadden arbeiders aan te wijzen, bij de Beauftragte in Vught geroepen, waar hem opnieuw werd bevolen de opdrachten uit te voeren. Allen weigerden echter, waarop arrestatie volgde en waarna zij in de S.D. gevangenis op Mariënhof te Vught terecht kwamen. Hier moest hij zeer zware vernederingen ondergaan en kwam daarna terecht in een donkere cel zonder licht en weinig zuurstof.

TRANSPORT Vervolgens is hij op “dolle dinsdag” 5 september, man aan man staande, op transport gesteld in een veewagon met 80 personen zonder eten en drinken. Het toilet was een emmer die aan het plafond hing. De reis duurde 4 dagen waarna hij zou worden dood geschoten bij het verlaten van de trein werd gezegd. Dit ging echter niet door en er werd te voet verder gegaan naar het concentratiekamp Oraniënburg-Sachsenhausen, dat 30 km N.O. van Berlijn lag. Het barakleven bestond uit om 5 uur opstaan, op appel staan, marcheren en een snee brood met wat koolsoep. Hij kreeg (werd) ook een nummer. Daarna geheel ontkleden, geheel geknipt worden en vervolgens ontluizen met lysol.

HEINKEL- KLINKER Nabij een oude fabriek van Heinkel moesten er zeer zware betonnen palen, water en stenen gesjouwd worden voor een bunker. Dit project heette “Klinker”. Toen het 15-25 graden vroor ging het over in werken met de pikhouweel. Er werd onder bewaking met bloedhonden veel geslagen door de S.S. Wim Wijtvliet kreeg hier last van dikke handen en voeten. Korte tijd later is hij na een half jaar kampleven wegens totale verzwakking en ondervoeding terug gebracht naar kamp Sachsenhausen.

SACHSENHAUSEN- BUCHENWALD Vervolgens is hij begin februari weer naar Buchenwald getransporteerd. Hij ging naar de “Revier” (ziekenbarak) volgens medegevangene Van Kouten. Hij werd door hem terug gehaald omdat men daar zeker stierf. Terug in eigen barak leunde hij tegen een paal. Het was hem onmogelijk om in zijn bed te kruipen. Hij miste de fysieke kracht, de spieren wilden niet meer. De blokoudste zag Wijtvliet staan en begon vol op Wijtvliet in te slaan en te schoppen. Wijtvliet zou en moest op bed gaan liggen. Wim Wijtvliet viel op de grond en bewoog niet meer. ’s Ochtends om 5 uur is Wim Wijtvliet op 9 februari 1945 op 42-jarige leeftijd overleden. Hij liet een vrouw met 4 jonge kinderen- meisjes in de leeftijd van zeven tot elf jaar - achter. De straat waaraan dit oorlogsmonument staat heet reeds uit eerbetoon voor hem: Burgemeester Wijtvlietlaan.

Schaduwvliegveld B84 De Rips. ( De Sijp-Elsendorp)

VliegveldderipsB84.JPG

In juni 1944 werd dit vliegveldje op last van de Duitsers aangelegd en moest voorkomen dat de Duitse vliegtuigen die op Volkel gestationeerd waren door een geallieerd bombardement zouden worden verrast. Eind juni 1944 werkten er ca 500 mensen aan het vliegveld. Ook werden er arbeiders met bussen uit Amsterdam aangevoerd voor dit werk. De werkzaamheden bestonden uit het aanleggen van een vliegstrip die bestond uit een grasbaan met een lengte van ca 1400 meter en met een breedte van ca 75 meter. Vooraleerst moesten er plaatselijk bomen worden gekapt in het aanvlieggebied. Vervolgens werden er weilanden geëgaliseerd en slootjes gedempt. Ook werden elders gras en heidezoden gestoken en vervoerd naar de toekomstige vliegstrip waarna ze gelegd werden. Daarna werden de zoden door zes paarden aangetrappeld. Door het dempen van de sloten en daardoor de ontregeling van de waterhuishouding zou het vliegveld heel beperkt bruikbaar blijken bij zware regenval. In augustus 1944 landde toch het eerste Luftwaffe toestel. Veel Duitse vliegtuigen zijn er niet meer geweest, mede door terug trekking naar Duitsland. Het Canadese 126 WING had er een kort maar succesvol verblijf met hun Spitfires. Canadese Spitfires Hun rollend materieel , de brandstof en de reserveonderdelen werden aan de bosrand geposteerd. Er werden tenten neergezet voor groter onderhoud en voor het personeel zelf. Bij de verdediging van de brug in Nijmegen en omstreken werden de Spitfires ingezet met goede resultaten, waaronder het neerhalen van het eerste Duitse straalvliegtuig. In oktober 1944 was de vliegstrip veranderd in een modderpoel door de vele regenval. De toestellen stonden inmiddels tot hun assen in het water en kregen de opdracht om naar Volkel te vertrekken. In de vier dagen dat de missies mogelijk waren had de 126 Wing er toch nog 568 operationele vluchten mogelijk weten te maken. Daarna werd op het vliegveldje weer gras en bouwland.