Villapark Eindhoven: verschil tussen versies

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken
(Nieuwe pagina aangemaakt met '= Villapark Eindhoven = Het gebied waar nu het Villapark ligt was 150 jaar geleden nog wijds en landelijk en in gebruik als hooiland. Het gebied werd doorsneden do...')
 
(geen verschil)

Huidige versie van 10 okt 2017 om 10:27

Villapark Eindhoven

Het gebied waar nu het Villapark ligt was 150 jaar geleden nog wijds en landelijk en in gebruik als hooiland. Het gebied werd doorsneden door het beekje de Laak of Lakerloop, dat tussen de Parklaan en de Fazantlaan zijn weg zocht naar de Dommel en dat de grens vormde tussen Stratum en Tongelre. In Stratumse lagen twee boerderijen: de Treurenburg en de Dommelhoef. Ondanks de aanleg van het Eindhovens Kanaal in 1846 en de aanleg van de spoorlijn naar Helmond, bleef de Laak bestaan tot zij in de jaren twintig van deze eeuw moest wijken voor de woningbouw. Alleen het allerlaatste stukje bleef gespaard en dat is nog steeds te zien in de tuin van huize De Laak. Van een ontwikkeling van het landelijk gebied erachter kwam aanvankelijk nog niets terecht. Alleen lucifersfabrikant Mennen, die in het pand Lebesque aan het Stationsplein woonde, zag wel iets in het wijdse land. Op de plaats waar nu de bank Van Lanschot staat kocht hij een lap grond waarop hij een buitenverblijf bouwde en een tuin aanlegde. Mennen & Keunen bezorgde Eindhoven de term "lichtstad". De fabriek was sinds 1870 de grootste luciferfabriek van Nederland. Om hun buitenverblijf te bereiken was een bruggetje nodig. Na 1875 kocht de gemeente Eindhoven grond die nodig was voor een verlengde Nieuwstraat (nu Dommelstraat), dempte een van de Dommelarmen die het tracé doorkruiste en bouwde een boogbrug over de tweede. Een boogbrug omdat molenaar Notten van de Woenselse watermolen zijn grondstoffen en producten over de Dommel naar de molen, resp. het kanaal moest kunnen blijven vervoeren. In 1883 kwam de brug klaar. Mennen werd na 1900 gevolgd door Philips, die dat jaar zijn nieuwe villa de Laak betrok. Enkele maanden later volgde Brüning, de oprichter van de houtindustrie Picus, die tegenover de gloeilampenfabrikant huize Elsheim had laten optrekken en steenfabrikant Glaudemans, die een villa had laten bouwen op de hoek Parklaan-Stationsweg. De komst van Philips, Brüning en Glaudemans betekenden niet, dat de woningbouw nu eindelijk vlot op gang was gekomen. In 1909 was het nog mogelijk om tussen de villa van Mennen en de herberg van Mie van Rooy een landbouwtentoonstelling te organiseren.