School: Dorpsschool, Bakel

Uit Erfgoedwiki
Versie door Esther van der Linden (Overleg | bijdragen) op 22 jul 2011 om 14:00

(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

School, Kosterswoning, Repetitielokaal voor de fanfare, tegenwoordig museum

Deze school is deels, de twee schoollokalen, in 1830 gebouwd, en deels, de meesterswoning in 1864. Hij werd naast de kerk gebouwd zoals gebruikelijk bij oude dorpsschooltjes. Het oudste deel is helaas zo grondig verbouwd dat de voormalige functie niet meer gelezen kan worden. Oorspronkelijk zag het er waarschijnlijk uit als een klein huisje zoals er talloze in het dorp stonden. De woning die eraan is gebouwd is echter nog in goede staat en de boog tussen de twee gedeeltes in, is de oude ingang van de school, met authentiek kolenhok, waar elk kind zijn portie kolen ingooide zodat de school verwarmd kon worden. De school heeft waarschijnlijk nooit meer dan één lokaal gebruikt, er was ook maar één leraar. De Bakelse fanfare heeft het leegstaande lokaal meerdere malen als repetitieruimte gebruikt, de schoolmeester was ook een van haar leden. Er werd steen en been over geklaagd, het was er gruwelijk koud in de winter. Zodra de mogelijkheid beschikbaar kwam is men weer in cafézalen gaan oefenen, waar ook bier geschonken werd.

De Bakelse fanfare Musis Sacrum is in 1874 opgericht. De fanfares zijn in Nederland ontstaan in de tijd van Napoleon die de kunstvorm introduceerde voor het leger en er speciale muziekstukken voor liet schrijven. Na het einde van de Franse tijd, in 1813, heeft Nederland dit gebruik aangehouden en zijn ook burgers fanfares op gaan richten. Bakel in de 19e eeuw kende lange tijd muzikaal alleen een zangvereniging die ook in de kerk zong. Bakel was een klein arm dorp in die tijd en het duurde dan ook lang eer zij het geld bij elkaar had geschraapt om muziekinstrumenten te kopen en een fanfare op te richten. In feite heeft zij dat geld, 300 gulden, in 1874 uiteindelijk geleend tegen 4% rente. Toen nog was er te weinig geld voor voldoende instrumenten en de dirigent Goossens die bij meerdere fanfares dirigent was leende daar instrumenten die hij meebracht voor Bakel.

Op een gegeven moment is het lerarentekort in Bakel erg nijpend geworden. In 1887 waren er 95 leerlingen. De meester kwam klagen, bij meer dan 40 leerlingen had hij een extra onderwijzer nodig. De raad zat klem, er was een volslagen gebrek aan geld. Er zou echter een bijzondere meisjesschool in een klooster komen, die zou vast veel leerlingen wegtrekken. Dat bleek niet het geval, de leraar kwam weer klagen, stelde voor de helft van de kinderen in de ochtend en de helft van de kinderen in de middag les te geven. De raad stemde in, maar legde deze beslissing nog niet bij de provincie voor. Een paar maanden later is de raad naar de school gegaan en heeft de banken zo gezet dat alle 95 leerlingen er in zouden kunnen. Zo kon men toch de hele dag les hebben. Om de provincie zoet te houden stelde men op de begroting twee hulponderwijzers aan, zonder die in dienst te nemen. Daar kwam men achter en de volgende oplossing was om kinderen jonger dan 7 en ouder dan 12 te weren. Dat was ook niet volgens de regels maar eer de provincie daar achter kwam zat het aantal leerlingen onder de 40 en was de tweede onderwijzer niet meer nodig. De schoolopziener van het district Eindhoven ontdekte in 1899 pas dat kinderen zo niet de volle 6 jaar school konden afmaken maar het bij 5-51/2 jaar moesten laten. Hij wilde dat daar verandering inkwam maar moest dit eerst afdwingen via de provincie. Het is lange tijd zo geweest dat Bakelse en Milluse kinderen minder lang les kregen dan die in Gemert. Op een gegeven moment zijn nieuwe scholen gesticht en dit gebouw heeft dienstgedaan als kookschool, huishoudschool, brandweergarage, gevangenis, kunstenaarsatelier, repetitielokaal en later opslagruimte voor de kerk. In het voorste gedeelte woonde toen de koster. Nu is er een tentoonstellingsruimte voor de fanfare en ligt er ook de schutkamer van het St. Willibrordusgilde.

De fanfare was een belangrijk onderdeel van het dorp. Er waren verschillende activiteiten. Zo liepen ze mee bij processies, carnavals, met het gilde in haar optochten, brachten serenades bij priesterfeesten, openingen, huwelijken, kermissen, deden mee met verschillende toernooien en festivals en traden op in cafés. Die laatste activiteit bleek heel populair, eind 19e eeuw, begin 20e eeuw ging men dat namelijk combineren met sketches en toneel, en ook wel met turndemonstraties van de turnvereniging. De zalen zaten steeds stampvol. Overigens waren de toneelspelers, turners en muzikanten vaak dezelfde mensen dus er zal wel flink van kostuums zijn gewisseld tussen de bedrijven door. Op een gegeven moment konden ze zelfs entree gaan heffen. Uit de fanfare ontstond in 1936 ook een jazzbandje, in 1979 majorettes en ook een drumband. Nu is de fanfare een harmonie geworden. Er werd in de vijftiger jaren een heuse muziektuin opgericht met kiosk en beelden. Daar is inmiddels overheen gebouwd maar de naam, Muziekhofke bestaat nog. U kunt het allemaal zien in de tentoonstellingsruimte in de oude school.

Bronnen:

A. Janssen, Musis Sacrum Bakel, 125 jaar, Drukkerij Grafic Image b.v., Beek en Donk

H.Th.M. Roosenboom, De dorpsschool in de Meierij van ’s Hertogenbosch van 1648 tot 1795, Zuidelijk Historsch Contact, 1997, Tilburg