Romeins grafveld bij De Zwaan in Son: verschil tussen versies

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken
(Nieuwe pagina aangemaakt met '= Romeins grafveld bij De Zwaan in Son = In het najaar van 2015 heeft aan de Markt in Son een opgraving plaats gevonden in verband met de uitbreiding van horecazaa...')
(geen verschil)

Versie van 7 jan 2019 om 21:39

Romeins grafveld bij De Zwaan in Son

In het najaar van 2015 heeft aan de Markt in Son een opgraving plaats gevonden in verband met de uitbreiding van horecazaak De Zwaan. Het plangebied direct ten noorden van de oude Sint Petrus’ Bandenkerk. Het onderzoek is in eerste instantie gestart als archeologische begeleiding in verband met aanwezige bebouwing. Aanvankelijk zou de nieuwbouw namelijk op staal worden gefundeerd waarvoor enkele ca. 1 tot 1,5 m diepe funderingssleuven moesten worden aangelegd. Tijdens de eerste begeleidingsdag werd afgesproken om eerst een proefsleuf aan te leggen om zo een beeld te krijgen van de diepte van de sporen. Hierbij bleek dat de sporen zich dieper bevonden dan de voorgenomen verstoringen voor de aanleg van de funderingssleuven. Hierop werd dan ook in samenspraak besloten dat verdere begeleiding niet noodzakelijk was. De begeleiding werd echter enkele dagen later hervat nadat de manier van funderen toch werd gewijzigd. Er zouden heipalen worden geplaatst waarvoor de funderingssleuven niet één meter diep zouden worden maar tot op het dekzand uitgegraven moesten worden. Tijdens de hervatting werd in het veld na overleg met het bevoegd gezag besloten dat het begeleiden van de funderingssleuven niet voldoende inzicht zou geven in de aanwezige archeologische resten en is overgegaan tot een (kleine) opgraving van zowel de funderingsleuven als de grond hier tussen. In totaal is er 366 m2 onderzocht, ca. 57% van het totale plangebied. De rest (73m2) is tegen de afspraak in ontgraven zonder dat hier een archeoloog bij aanwezig is geweest.

De allesporenkaart van de opgraving bij de Zwaan.

Uit de opgraving blijkt dat het plangebied vóór de Romeinse tijd waarschijnlijk te nat was voor langdurige bewoning. Dit zou blijken uit een in het gebied aangetroffen waterbodem die er op duidt dat het gebied langere tijd onder water gestaan moet hebben. Met de komst van de Romeinen moet dit natte gebied al niet meer als dusdanig in het landschap aanwezig zijn en is het mogelijk dat hier menselijke activiteit op plaats kan vinden. Archeologisch onderzoek aan de zuidzijde van de Markt (Pastorie) toonde al aan dat Son vanaf de Romeinse tijd continue bewoond is geweest. Tijdens dit onderzoek werd een hutkom uit de 3e eeuw en een (symbolisch) omgreppeld terrein aangetroffen, mogelijk een cultusplaats. Het vondstmateriaal kon echter geen uitsluitsel geven over de functie van dit terrein. Het materiaal kon zowel wijzen op een militaire als een religieuze functie. Bij het onderzoek bij de Zwaan werd een deel van een Romeins grafveld bloot gelegd. Het gaat om drie crematiegraven met bijgiften en een kringgreppel. Een aantal losse paalkuilen rondom deze crematies horen mogelijk ook bij het grafveld. Het omgreppelde terrein dat tijdens het onderzoek aan de Pastorie in 2009 werd aangetroffen kan daarmee heel goed een cultusplaats zijn geweest dat hoorde bij het grafveld. Het grafveld lijkt op basis van het aangetroffen vondstmateriaal langdurig in gebruik te zijn geweest, van de 2e tot in de 4e eeuw. Hierbij moet worden opgemerkt dat maar een heel klein deel, en mogelijk alleen een rand van het eigenlijke grafveld, is onderzocht. Toch kan niet worden uitgesloten dat de inheemse bevolking het grafveld is blijven gebruiken en dat deze later, na de kerstening in gebruik raakte als de begraafplaats rond de kerk. Christelijke kerkgebouwen die gebouwd zijn op Romeinse heilige plaatsen komen in Nederland vaker voor. De ligging van het grafveld is niet uitzonderlijk, want lag waarschijnlijk aan de handelsroute waar Son uit is ontstaan. De grote hoeveelheid import goederen die zich onder het vondstmateriaal van de verschillende archeologische onderzoeken die in Son hebben plaats gevonden en ook de aangetroffen crematiegraven bevind, duidt er op dat er een militaire aanwezigheid binnen de regio moet zijn geweest dan wel dat de bewoners sterk geromaniseerd waren. Ook het grote aantal spijkers die in één van de graven werd aangetroffen doet vermoeden dat hier sprake is van militairen en niet een strikt civiele nederzetting.

Een kruikje uit een van de Romeinse graven.

Na de 4e eeuw lijkt het grafveld in onbruik te geraken. Vanaf deze periode kan het terrein in gebruik zijn genomen als akkerland. De Romeinse sporen worden namelijk afgedekt door een sterk houtskool houdende laag die 14C gedateerd kon worden tussen de 436 en 644 n.Chr. Micromorfologisch onderzoek heeft verder aangetoond dat deze laag door menselijke invloeden werd vergraven of mogelijk opgebracht, mogelijk samenhangend met landbouwactiviteiten. Hierna lijkt er echter een laag stuifzand in het gebied te zijn afgezet. Aanwezige heidepollen tonen ook aan dat er schrale zandgronden in de omgeving aanwezig zijn geweest. Hoewel er in het plangebied geen sporen en vondsten uit de periode direct na de Romeinse tijd zijn aangetroffen, is het goed mogelijk dat hier in de Vroege Middeleeuwen werd geakkerd waardoor de diverse bodemlagen sterk werden geroerd. Vanaf de Volle Middeleeuwen is er duidelijk weer activiteit in het plangebied aanwezig. Naast drie waterputten en een mogelijk bijgebouw werd ook een grote zwerm aan paalkuilen gevonden, waarschijnlijk horend bij een boerenerf. Deze sporen zijn vanaf een hoger niveau dan de sporen uit de Romeinse tijd ingegraven. Dat het erf een lange periode van gebruik kent, is duidelijk te zien aan de waterput, welke was aangelegd rond het jaar 1000, zoals blijkt uit het dendrochronologisch onderzoek. Het oudste aardewerk dat in de put werd aangetroffen dateert echter tussen 1100 en 1140. Dat de waterput langere tijd in gebruik is geweest getuigt ook de reparatie die plaatsvond om de wand van de uitgeholde boom te verstevigen. Wanneer het erf precies is verlaten is niet duidelijk. Het lijkt erop dat dit na de 12e eeuw is, maar door de vele verstoringen in de bovengrond was het verloop van het grondgebruik tot circa 1800 niet goed vast te stellen. Vermoedelijk is het terrein deels in gebruik geweest als akker, sporen hiervan zijn echter niet aangetroffen. In de nieuwe tijd wordt het terrein bebouwd met de voorganger van (het huidige) café de Zwaan en grensde de achtertuin direct aan het omgrensde kerkhof rond de kerk. Bekend is dat het oude kerkgebouw in de eerste helft van de 15e eeuw in gebruik werd genomen en dat de bouw tot het einde van de 16e eeuw duurde. Dit is echter een stenen gebouw en er zal ongetwijfeld een houten voorganger van deze kerk aanwezig zijn geweest waarvan het kerkelijke terrein kleiner zal zijn geweest. Met de groei van Son en de toename van het aantal inwoners zal ook de begraafplaats in omvang hebben moeten groeien. De aanwezigheid van de waterputten die voor een groot deel binnen het oude begraafplaatsterrein liggen, getuigen er van dat de kerk met zijn groei delen van de omliggende landerijen toe-eigende. Het is echter ook goed mogelijk dat de landerijen al in handen waren van de kerk en dat het land waarop het erf aanwezig was werd gepacht.

Bron: M.C.J. Bot (red.), Begraven onder de Markt. Romeinse crematiegraven onder de Markt 6-9 in Son, gemeente Son en Breugel. Een archeologische opgraving (ADC Archeoprojecten), 2018.