Museum: De Tolbrug: verschil tussen versies

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken
(Museum de Tolbrug)
(Museum de Tolbrug)
Regel 3: Regel 3:
 
Gelegen aan de Neerstraat stamt deze mooie langgevelboerderij uit 1917. Maar ook daarvoor was er heel wat te doen. De Neerstraat is onderdeel van de oude weg van Gemert naar Bakel en eeuwenlang kruiste de Neerstraat hier de Esperloop. Er lag ook een ven, het Goor dat gevoed werd door de Esperloop en de kwelput die bij de boerderij is aangelegd laat ook de waterrijkheid van dit gebied zien. Oorspronkelijk zal de weg via een doorwaadbare plaats, een voorde, door de Esperloop zijn gelopen. In de late Middeleeuwen werden bruggen meer algemeen in de Meijerij. Nu moest in de tijd van het Hertogdom Brabant iedereen die gebruik maakte van de Brabantse wegen betalen. Dat heette de Grote Zwijgende Brabantse Landtol. Er werd tol geheven naar hoeveel en wat je aan spullen bij je had. Die was bestemd voor de bescherming van reizigers en het onderhoud van wegen maar in de praktijk werd het geld daar niet vaak aan besteed. Toen er een brug kwam, kwam er ook een vorster, een tollenaar die geld vroeg voor het gebruik van de brug. Het innen van dat geld was één de rechten van de koning (bij ons de Hertog van Brabant). Maar die kon dat, en deed dat ook vaak, aan iemand anders verkopen. Hij kreeg dus geld voor het recht om tol te heffen en de koper, in een geval als dit vaak het gemeentebestuur, mocht tol heffen en houden. Gezien de rechten van de koning ook sloegen op het recht op onder andere wind(zijn windmolen en het dorp mocht niet naar iemand anders), bier (via het gruit, zie ook de Gemertse brouwers van [[De Keizer]]), maat, waag, munt en laden en lossen, leverde verkoop goed geld op. In de Tachtigjarige Oorlog werd het helemaal bont want toen werd op sommige plaatsen tweemaal belasting gevraagd, door de Spanjaarden en door de Raad van Staten van Holland. De Fransen hebben rond 1800 het hele systeem omgegooid en de basis gelegd voor ons huidige belastingssysteem.
 
Gelegen aan de Neerstraat stamt deze mooie langgevelboerderij uit 1917. Maar ook daarvoor was er heel wat te doen. De Neerstraat is onderdeel van de oude weg van Gemert naar Bakel en eeuwenlang kruiste de Neerstraat hier de Esperloop. Er lag ook een ven, het Goor dat gevoed werd door de Esperloop en de kwelput die bij de boerderij is aangelegd laat ook de waterrijkheid van dit gebied zien. Oorspronkelijk zal de weg via een doorwaadbare plaats, een voorde, door de Esperloop zijn gelopen. In de late Middeleeuwen werden bruggen meer algemeen in de Meijerij. Nu moest in de tijd van het Hertogdom Brabant iedereen die gebruik maakte van de Brabantse wegen betalen. Dat heette de Grote Zwijgende Brabantse Landtol. Er werd tol geheven naar hoeveel en wat je aan spullen bij je had. Die was bestemd voor de bescherming van reizigers en het onderhoud van wegen maar in de praktijk werd het geld daar niet vaak aan besteed. Toen er een brug kwam, kwam er ook een vorster, een tollenaar die geld vroeg voor het gebruik van de brug. Het innen van dat geld was één de rechten van de koning (bij ons de Hertog van Brabant). Maar die kon dat, en deed dat ook vaak, aan iemand anders verkopen. Hij kreeg dus geld voor het recht om tol te heffen en de koper, in een geval als dit vaak het gemeentebestuur, mocht tol heffen en houden. Gezien de rechten van de koning ook sloegen op het recht op onder andere wind(zijn windmolen en het dorp mocht niet naar iemand anders), bier (via het gruit, zie ook de Gemertse brouwers van [[De Keizer]]), maat, waag, munt en laden en lossen, leverde verkoop goed geld op. In de Tachtigjarige Oorlog werd het helemaal bont want toen werd op sommige plaatsen tweemaal belasting gevraagd, door de Spanjaarden en door de Raad van Staten van Holland. De Fransen hebben rond 1800 het hele systeem omgegooid en de basis gelegd voor ons huidige belastingssysteem.
  
Nu is de Tolbrug een museum dat zich specialiseert in de landbouw en het dagelijks leven van rond 1900. Ze hebben een grote collectie van landbouwgereedschap, huishoudgerei en allerlei handvaardigheids- en ambachtsgereedschap.
+
Nu is de Tolbrug een [[http://www.detolbrug.com museum]] dat zich specialiseert in de landbouw en het dagelijks leven van rond 1900. Ze hebben een grote collectie van landbouwgereedschap, huishoudgerei en allerlei handvaardigheids- en ambachtsgereedschap.
  
 
De oplettende lezer zal hebben opgemerkt dat geen jaar is genoemd waarin de brug over de Esperloop kwam te liggen. Hier wordt nog onderzoek naar gedaan en dit wordt zo spoedig mogelijk aan dit artikel toegevoegd.
 
De oplettende lezer zal hebben opgemerkt dat geen jaar is genoemd waarin de brug over de Esperloop kwam te liggen. Hier wordt nog onderzoek naar gedaan en dit wordt zo spoedig mogelijk aan dit artikel toegevoegd.
Regel 10: Regel 10:
  
 
De Vrankrijker, A.C.J., 1969, Geschiedenis van de Belastingen, Fibula van Dishoeck, Bussum
 
De Vrankrijker, A.C.J., 1969, Geschiedenis van de Belastingen, Fibula van Dishoeck, Bussum
 +
 
Van Asseldonk, M., 2003, De Meierij ontrafeld: Plaatselijk bestuur, dorpsgrenzen en bestuurlijke indeling in de Meierij van ’s Hertogenbosch, circa 1200-1832, Stichting Zuidelijk Historisch Contact Tilburg, Tilburg
 
Van Asseldonk, M., 2003, De Meierij ontrafeld: Plaatselijk bestuur, dorpsgrenzen en bestuurlijke indeling in de Meierij van ’s Hertogenbosch, circa 1200-1832, Stichting Zuidelijk Historisch Contact Tilburg, Tilburg
 +
 
Sanders, J.G.M., Van Ham, W.A., Vriens, J., Noord-Brabant tijdens de Republiek der verenigde Nederlanden, 1572-1795: Een institutionele handleiding, 1996, Uitgeverij Verloren, Hilversum
 
Sanders, J.G.M., Van Ham, W.A., Vriens, J., Noord-Brabant tijdens de Republiek der verenigde Nederlanden, 1572-1795: Een institutionele handleiding, 1996, Uitgeverij Verloren, Hilversum
  

Versie van 1 nov 2011 om 11:02

Museum de Tolbrug

Bakel. Deze langgevelboerderij stamt uit 1917 en is nu in gebruik als museum

Gelegen aan de Neerstraat stamt deze mooie langgevelboerderij uit 1917. Maar ook daarvoor was er heel wat te doen. De Neerstraat is onderdeel van de oude weg van Gemert naar Bakel en eeuwenlang kruiste de Neerstraat hier de Esperloop. Er lag ook een ven, het Goor dat gevoed werd door de Esperloop en de kwelput die bij de boerderij is aangelegd laat ook de waterrijkheid van dit gebied zien. Oorspronkelijk zal de weg via een doorwaadbare plaats, een voorde, door de Esperloop zijn gelopen. In de late Middeleeuwen werden bruggen meer algemeen in de Meijerij. Nu moest in de tijd van het Hertogdom Brabant iedereen die gebruik maakte van de Brabantse wegen betalen. Dat heette de Grote Zwijgende Brabantse Landtol. Er werd tol geheven naar hoeveel en wat je aan spullen bij je had. Die was bestemd voor de bescherming van reizigers en het onderhoud van wegen maar in de praktijk werd het geld daar niet vaak aan besteed. Toen er een brug kwam, kwam er ook een vorster, een tollenaar die geld vroeg voor het gebruik van de brug. Het innen van dat geld was één de rechten van de koning (bij ons de Hertog van Brabant). Maar die kon dat, en deed dat ook vaak, aan iemand anders verkopen. Hij kreeg dus geld voor het recht om tol te heffen en de koper, in een geval als dit vaak het gemeentebestuur, mocht tol heffen en houden. Gezien de rechten van de koning ook sloegen op het recht op onder andere wind(zijn windmolen en het dorp mocht niet naar iemand anders), bier (via het gruit, zie ook de Gemertse brouwers van De Keizer), maat, waag, munt en laden en lossen, leverde verkoop goed geld op. In de Tachtigjarige Oorlog werd het helemaal bont want toen werd op sommige plaatsen tweemaal belasting gevraagd, door de Spanjaarden en door de Raad van Staten van Holland. De Fransen hebben rond 1800 het hele systeem omgegooid en de basis gelegd voor ons huidige belastingssysteem.

Nu is de Tolbrug een [museum] dat zich specialiseert in de landbouw en het dagelijks leven van rond 1900. Ze hebben een grote collectie van landbouwgereedschap, huishoudgerei en allerlei handvaardigheids- en ambachtsgereedschap.

De oplettende lezer zal hebben opgemerkt dat geen jaar is genoemd waarin de brug over de Esperloop kwam te liggen. Hier wordt nog onderzoek naar gedaan en dit wordt zo spoedig mogelijk aan dit artikel toegevoegd.

Bronnen:

De Vrankrijker, A.C.J., 1969, Geschiedenis van de Belastingen, Fibula van Dishoeck, Bussum

Van Asseldonk, M., 2003, De Meierij ontrafeld: Plaatselijk bestuur, dorpsgrenzen en bestuurlijke indeling in de Meierij van ’s Hertogenbosch, circa 1200-1832, Stichting Zuidelijk Historisch Contact Tilburg, Tilburg

Sanders, J.G.M., Van Ham, W.A., Vriens, J., Noord-Brabant tijdens de Republiek der verenigde Nederlanden, 1572-1795: Een institutionele handleiding, 1996, Uitgeverij Verloren, Hilversum