Middeleeuwse parochiekerk Hooge Mierde

Uit Erfgoedwiki
Versie door Rberkvens (Overleg | bijdragen) op 27 dec 2014 om 17:18

(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

Middeleeuwse parochiekerk Hooge Mierde

De kerk van Hooge Mierde, Schoolstraat 9, is gewijd aan Sint-Jan Evangelist en/of de Heilige Johannes bij de Latijnse Poort. Het patronaatsrecht behoorde aanvankelijk toe aan de Van Altena’s, daarna beurtelings aan de abt van Floreffe en abt van Averbode, en na 1473 alleen aan de abt van Averbode. De kerk had de rang van quarta capella en de status van ecclesia. In 1524 was het een annex van Lage Mierde.

Over de allereerste kerk(en) zijn er geen gegevens. De kerk werd al genoemd in 1201 als de kerk van Mierde en omdat later deze kerk de hoofdkerk van de dubbelparochie is, zal toen Hoge Mierde bedoeld zijn. De in de eerste helft van de 15de eeuw gebouwde kerk werd in 1648 in gebruik gegeven aan de protestanten en raakte sindsdien steeds meer vervallen. Het gebouw kwam in 1800 weer in bezit van de katholieken, die gezien de staat ervan, de schuurkerk, die tegenover de oude kerk lag, bleven gebruiken. Pas in 1819 werd begonnen met het herstel van de oude gotische parochiekerk. Uiteindelijk werd in 1922 de oude kerk gesloopt en een nieuwe gebouwd, maar de 15de eeuwse toren bleef bestaan. Tot 1923 had de kerk alleen aan de voorzijde een uurwerk.

De huidige kerk is gebouwd in 1922 naar ontwerp van architect Bonsel. In het metselwerk zijn invloeden van de Amsterdamse School zichtbaar. De centraliserende kerk bezit voor en na het brede transept twee traveeën met hoekkapellen en een vijfzijdig gesloten koor. Achter het koor is er aan beide zijden een rechthoekige sacristie en bijsacristie onder schilddak. Op de zadeldaken en de ingesnoerde spits van de vierkant dakruiter liggen leien in maasdekking. De gevels zijn opgetrokken uit machinale baksteen en zijn geleed door spaarvelden met siermetselwerk, deels door steunberen met versnijdingen en afzaat. De transepten eindigen in een gemetseld kruis. De spitsboogramen in de kapellen en daarnaast hebben een sierommetseling. In de transepten zijn drie spitsboogramen geplaatst met tracering, in de topgevel bevindt zich een vierruits rondraam. De zijkapellen, één vensteras na de toren, liggen parallel aan het schip. De zijkapellen na het transept zijn een kwartslag gedraaid en verhogen zo de centraliserende werking van het interieur. Het interieur bestaat uit een middenschip zonder zijbeuken. De ruimte wordt geleed door baksteen pijlers met siermetselwerk en banden, waarop de ribloze netgewelven rusten. Op enkele wit gepleisterde muurdelen na is het geheel opgetrokken in schoon metselwerk. De muuropeningen naar de kapellen toe zijn spitsboogvormig. De koortribune rust op twee baksteen pijlers. De borstwering bestaat uit opengewerkt metselwerk. De vensters zijn voorzien van glas-in-lood. In de absis is dat gestileerd glas met kruismotief en bloemen. In de zijkapellen is er een raam met Maria en één met de Heilige Cornelius. In de kapellen en bij de pijlers staan diverse Neo-gotische, polychrome houten heiligenbeelden. In de kapellen bij de toren staan een Heilig Hartbeeld en een beeld van de Heilige Familie op een beschilderde zuil. In de laatstgenoemde staat ook een doopvont en een Neo-romaanse voet met (neo) gotisch deksel. Tussen de kapel en het transept is er aan beide zijden een biechthokje. De kruiswegstaties zijn geschilderd in Expressionistiche trant en gesigneerd door P. Engels. Klokkenstoel met klok “Maria” van J.J. Coppen, 1468, diam. 117 cm. Deze klok werd niet omgesmolten in WOII en is teruggehangen in de toren. In de kerk staat opgesteld een klok van W. van den Ghein, 1506, diam. 54,8 cm. Mechanisch torenuurwerk, buiten gebruik gesteld. Middeleeuwse toren met overhoekse steunberen aan de westzijde, haakse aan de oostzijde, uitgebouwde vierkante traptoren aan de noordoostzijde; in de bovenste geleding spitsbogige galmgaten en aan spitsboogfries onder de daklijst; van vier- tot achtkant ingesnoerde spits.

De kerk is van belang als uitdrukking van een geestelijke ontwikkeling en architectuurhistorisch vanwege de stijl en de architect. De kerk is van belang voor het aanzien van het dorp en vanwege de architectonische gaafheid van in- en exterieur. R.K. Kerk (kerk met toren), rijksmonument.

In de kerk bevindt zich een grafzerk waarop de vier symbolen van de evangelisten staan afgebeeld. In de 16e eeuw kwamen veel pelgrims naar Hooge Mierde om de Heilige Odrada te vereren. Cultusobject: H. Odrada Datum: 3 november Periode: 1617 (?) - 1651 Locatie: Parochiekerk H. Johannes bij de Latijnse Poort Adres: Torendreef 1, 5095 AW Hooge Mierde Bisdom: 's-Hertogenbosch Samenvatting: De verering van Odrada concentreerde zich vanaf 1617 op een kaakreliek (ter vervanging van een andere, verloren gegane relikwie) en - tot aan de afbraak in 1820 - een stenen tombe, die in de mondelinge overlevering met Odrada in verband werd gebracht. Na de Vrede van Munster werd de reliek ondergebracht in de Spaanse Nederlanden om in 1654 in Balen (B) te belanden. De heilige Odrada werd aangeroepen tegen besmettelijke ziekten onder mens en dier. In Hooge Mierde herinnert thans niets meer aan de Odrada-cultus.

Sinds 1805 is Hooge Mierde ook een bedevaartplaats van de H. Cornelius, patroon tegen kinderziekten. De zondag na 16 september was bedevaartszondag. Sint Cornelius kreeg concurrentie van een naamgenoot in Arendonk-Voorheide en Esbeek. Sindsdien is de toeloop afgenomen. Wel is in 1998 een nieuwe Corneliuskapel opgericht, zij het veeleer uit cultuurhistorisch dan uit devotioneel oogpunt.

Aan de noordkant van de kerk is een pachtboerderij van de parochie. Deze is verdwenen (daarna kwam er de Rabobank en vervolgens het museum De Bewogen Jaren).