Derde parochiekerk van Heeze, Jan Deckersstraat 24 Heeze

Uit Erfgoedwiki
Versie door Jeppejoppe (Overleg | bijdragen) op 12 mrt 2013 om 16:07

(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

Derde parochiekerk van Heeze, Jan Deckersstraat 24 Heeze

Zie ook: Eerste parochiekerk van Heeze & Tweede parochiekerk van Heeze

De huidige R.K. Kerk werd in de jaren 1932-33 gebouwd, min of meer naast de tweede parochiekerk. De R.K. Kerk te Heeze is toegewijd aan de H. Martinus van Tours en gebouwd naar een ontwerp uit 1932 in traditionalistische vormentaal van architect H. Valk uit 's-Hertogenbosch met onder andere streekeigen stijlkenmerken van de Kempense gotiek. De kerk, die een grondplan heeft van ca. 27 meter in het vierkant, is niet georiënteerd. Het altaar ligt op het noorden. Aan de noordoostkant van de kerk ligt aansluitend tussen kerk en pastorie de sacristie. In het oorspronkelijke ontwerp was de plaats van de sacristie aan de noodwestkant van de kerk gesitueerd. Bij de uitvoering werd een andere locatie gekozen, waardoor de oude mammoetboom in de pastorietuin gespaard is gebleven. Bouwpastoor was Deken C.W.J. de Bruyn. De bouwsom beliep f 140.344,00. De kerk werd ingezegend door Mgr. Diepen. De eerste steen werd gelegd op 6 augustus 1932. De pastorie uit 1920 ligt naast de kerk en is iets ouder. Architect Valk maakte gebruik van grote "oud" aandoende stenen, met het karakter van een middeleeuwse handvorm. Het streven was een schilderachtige en middeleeuws ogende detaillering, wat bereikt werd door zware steunberen, spitsboogramen en bewust ruw gehouden voegen. Valk sloot daarmee aan bij de traditionele baksteenbouwkunst van de middeleeuwen in Brabant, Holland , Groningen, Friesland en Drente. Dergelijke kerken lijken eeuwenoud en "vergroeid" met haar omgeving. Het gebouw bestaat uit een zware toren, een vijfbeukig schip, een laag dwarsschip met een hoge vieringlantaarn en tenslotte een laag, driezijdig gesloten koor. Er gaat een fascinerend verhaal schuil achter deze kerk, een verhaal van de toenmalige tijdsgeest: ‘Dit geldt bij uitstek voor de kerkelijke bouwkunst die voor de architect Dominikus Bohm een uitdrukking moet zijn van geloof, en daardoor de mens verheft tot religieus leven. Nieuwe kerken moeten christo-centrisch zijn: symbool en uitdrukking van het liturgisch offer van de Christus (…) H. W. Valk is in Nederland een der vurigste verdedigers van ' de christo-centrische gedachte. Het kerkgebouw moet "een bepaalde gemoedsaandoening, een zielsbewegen" teweeg brengen, het moet een "bidkerk" zijn, het moet "op de knieën drukken" (…) Zo is H.W. Valks kerk te Heeze niet zomaar een dorpskerk met een eigenaardige plattegrond en vormgeving, maar een nieuw kerktype dat voor de architect het antwoord was op de problemen van zijn tijd. De architect zag voor zichzelf de taak de gelovigen te beïnvloeden en op hoger plan te brengen. Een op de juiste manier gebouwde kerk, met alle kenmerken van een intiem huis, zou zorgen dat zij zich in het hart van hun dorp thuis voelden. Het gebouw zou een nieuwe religieuze beleving van het lijden van de Christus voortbrengen, die uiteindelijk zeker moest leiden tot een homogene gemeenschap op katholieke grondslag.’334 Het gebouw moest het ideaalbeeld van de Brabantse plattelandsgemeente uitdragen, volgens de architect bron voor alle cultuur. De Christocentrische kerk moest door de toepassing van opklimmende klooster- en graatgewelven, brede scheibogen en verlichting uit een koorlantaarn de aandacht van de gelovigen naar het altaar trekken.335 334 Van Leeuwen, 1982. 335 Michels, 1993, 126. 202 Het interieur is geheel in schoon metselwerk uitgevoerd. De centraliserende werking van het interieur - kenmerkend voor de zogeheten christocentrische kerken van Valk - werd bereikt door toepassing van een ondiep koor en een breed middenschip met brede, twee zijbeuktraveeen omvattende, scheibogen. De gebrandschilderde apostelramen (1873) zijn van J. Stroucken en de kruiswegstaties (1894) van J.H. Lucker.336 Afbeelding: Martinuskerk (juli 2011) Hieronder volgt de uitgebreide en gedetailleerde omschrijving van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed: De kerk is een vijfbeukige kruiskerk met hogere vieringlantaarn, lage absis met driezijdige sluiting van koor en laag transept, het geheel onder zadeldaken. De zijbeuken hebben lessenaarsdaken. De vieringlantaarn is bekroond door een vierzijdig angelustorentje met luidklok. Rondom het koor nevenruimten en verbindingsgang met pastorie. Aan de zuidkant van de kerk een vierkante toren met overhoeks geplaatst torendak, gelijkend op de romaanse Rijnlandse torenbekroningen. De toren heeft een uurwerk en luidklokken, die niet van waarde zijn vanuit het oogpunt van monumentenzorg. Aan oost- en westkant van de toren een vierkante kapel eveneens onder lessenaarsdaken. De hoofdingang van de kerk is rondbogig. Drie rijzige blindnissen met vorktraceringen geleden de hoofdgevel. De topgevels hebben een klimmend boogfries. De kerk en sacristie zijn zowel in- als uitwendig opgetrokken uit handgevormde kloostermoppen gemetseld in verschoven kettingverband. Dit geldt ook voor de schansmuur met ezelsrug aan de straat. Het midden- en zijschip heeft aan de buitenkant zware steunberen met afzaten. Al het muurwerk is rijkelijk voorzien van tufsteen, onder andere de zuilen in de kerk. De met leien bedekte daken liggen opgesloten tussen gemetselde bekroonde tuitgevels, die afgewerkt zijn met vlechtwerk. De kerk heeft inwendig schoon metselwerk. Door het brede middenschip en het ondiepe koor met transeptarmen ontstaat een centraliserende werking naar het onder de lichte vieringlangtaarn geplaatste altaar. Hiermee verwijst de kerk naar de experimenten van de architect en zijn tijdgenoten met het christocentrische plattegrondtype. De opstand van het schip is tweedelig: boven de brede scheibogen op natuurstenen zuilen met een achtzijdig basement en een ronde schacht bevinden zich kleine lichtbeukvensters. Inwendig heeft het schip drie vierkante gewelfvakken, de brede scheibogen omvatten telkens twee zijbeukvakken. Door het systeem van overwelving met in baksteen uitgevoerde klimmende kloostergewelven in de zijbeuken en graatgewelven in het schip kon met een minimaal aantal kolommen worden volstaan. De buitenste vakken van de zijbeuken fungeren als loopgangen. Aan de koorzijde sluiten zijkapellen aan op de transepten. De muuropeningen van de kerk zijn voorzien van tudorbogen en gemetselde vorktraceringen met 336 Kolman e.a., 1997, 188. 203 gekleurde glas-in-lood vensters gedeeltelijk uitgevoerd in figuratief- en gedeeltelijk in blank werk. De kerk heeft een waardevol interieur. Hierin bevinden zich gebrandschilderde ramen uit 1873 afkomstig uit de voormalige Waterstaatskerk met afbeeldingen van de H.H. apostelen: Thaddeus, Bartholomeus, Philippus, Thomas, Jacobus de Meerdere, Petrus, Paulus, Andreas, Johannes, Jacobus de Mindere, Mattheus, Simon en H.H. Nicasius, Martinus, Leonardus van Veghel. Nicasius is geboren in het buurtschap Kreil te Heeze. Deze heilige, die een van de martelaren van Gorcum was, wordt in Heeze speciaal vereerd. De geschilderde kruiswegstaties uit 1894 van Lucker sr. afkomstig uit het atelier Stoltzenberg, en de twee biechtstoelen zijn eveneens afkomstig uit de vorige kerk. De muurschilderingen in de H. Maria- en St. Jobskapel zijn gemaakt door Pieter Geraerdts in 1953. Een tiental houten al of niet gepolychromeerde beelden voorstellende: H. Anna te Drieën (XV-XVI); Pietà (XVIa); H. Johan de Doper (ca.1800); H. Anna met H. Maria (XVIII); H. Nicacius (XIX); H. Mariabeeld met kind en H. Jozef en H. Alphonsus de Ligori (1844) van beeldhouwer Van der Heijden uit Den Bosch.; H. Carolus Borromeus (XIX). Verder bevinden zich in de kerk zestiende-eeuwse paramenten.337 Waardering RCE. De kerk is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van het katholicisme in het zuiden en is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van de christocentrische volkskerk in het Interbellum. Het gebouw heeft architectuurhistorisch belang door de stijl en de detaillering in in baksteen uitgevoerde historiserende vormentaal en is van kunsthistorisch belang door de interieuronderdelen. Het gebouw is tevens van belang als voorbeeld van het oeuvre van de architect Valk, die er experimenteerde met zijn christocentrische kerktype en tevens de overgang bewerkte van expressionistische naar meer historiserende neomiddeleeuwse vormentaal. Het gebouw heeft ensemblewaarden vanwege de situering, verbonden met de ontwikkeling van het kerkdorp. Het is van belang vanwege de architectuurhistorische, bouwtechnische en typologische zeldzaamheid. De RCE geeft ook een duiding van het complex kerk en pastorie, ofwel een ensemble: Het complex van de R.K. Kerk H. Martinus bestaat uit de driebeukige kruiskerk met toren uit 1932 in traditionele opzet met "streekeigen" vormen van architect H. Valk uit 's-Hertogenbosch (onderdeel I) en de pastorie uit 1920 met stijlinvloeden van de Neogotiek van architect W. te Riele uit Utrecht (onderdeel II). RM. Nr. 522675. Waardering volgens de Cultuurhistorische Waardenkaart Noord-Brabant: Het complex bestaande uit kerk en pastorie is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van het katholicisme in het zuiden en is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van de christocentrische volkskerk in het Interbellum. Het heeft architectuurhistorisch belang door de stijl en en is van belang als voorbeeld van het oeuvre van de respectievelijke architecten. Het heeft ensemblewaarden vanwege de bijzondere situering, verbonden met de ontwikkeling van Heeze als kerkdorp.

CHW. Nr.: BP047-001528.