Bolle Akkers, Bakel: verschil tussen versies

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken
(Bolle akkers onder Bakel)
(Bolle akkers onder Bakel)
Regel 4: Regel 4:
 
Kenmerkend voor de arme Brabantse zandgronden zijn de zogenaamde bolle akkers. Deze bestaan uit lagen, van soms wel 1,50m diep donkerbruine aarde, verrijkt via dierlijke mest vermengd met turf. Boeren hebben die jaar na jaar op de akkers opgebracht. Zo kon toch een goede oogst worden bereikt waar de bodem zelf dat anders niet toe zou staan. Een gemengd boerenbedrijf was dan wel noodzakelijk. Een bolle akker is inderdaad ook bol van vorm en heeft vrijwel geen beplanting of watertjes.
 
Kenmerkend voor de arme Brabantse zandgronden zijn de zogenaamde bolle akkers. Deze bestaan uit lagen, van soms wel 1,50m diep donkerbruine aarde, verrijkt via dierlijke mest vermengd met turf. Boeren hebben die jaar na jaar op de akkers opgebracht. Zo kon toch een goede oogst worden bereikt waar de bodem zelf dat anders niet toe zou staan. Een gemengd boerenbedrijf was dan wel noodzakelijk. Een bolle akker is inderdaad ook bol van vorm en heeft vrijwel geen beplanting of watertjes.
  
[[Bestand: bolleakker.JPG|thumb|left|500px|Boerderijen liggen aan de rand van de bolle akkers, die verder vrijwel kaal zijn]]
+
[[Bestand: bolleakker.JPG|thumb|left|500px|Bakel. Boerderijen liggen aan de rand van de bolle akkers, die verder vrijwel kaal zijn]]
  
 
=''Geschiedenis''=
 
=''Geschiedenis''=

Versie van 14 okt 2011 om 12:20

Bolle akkers onder Bakel

Kenmerkend voor de arme Brabantse zandgronden zijn de zogenaamde bolle akkers. Deze bestaan uit lagen, van soms wel 1,50m diep donkerbruine aarde, verrijkt via dierlijke mest vermengd met turf. Boeren hebben die jaar na jaar op de akkers opgebracht. Zo kon toch een goede oogst worden bereikt waar de bodem zelf dat anders niet toe zou staan. Een gemengd boerenbedrijf was dan wel noodzakelijk. Een bolle akker is inderdaad ook bol van vorm en heeft vrijwel geen beplanting of watertjes.

Bakel. Boerderijen liggen aan de rand van de bolle akkers, die verder vrijwel kaal zijn

Geschiedenis

In de prehistorie (deze eindigt in Nederland in het jaar 12 v. Christus) werd al begonnen met het verrijken van arme bodems. In de middeleeuwen werd dit vervolmaakt in het potstalsysteem zoals dat ook in Bakel plaatsvond. Een typische boer had een gemengde boerderij, dus hij had zowel dieren als dat hij groenten en andere gewassen teelde en hij had toegang tot veen. Nu was de toegang tot veen in de Peel geen probleem. De koeien of schapen van de boer graasden zowel op de heide als op hooilanden (langs beekjes, met rijkere grond en dus beter gras, hoewel daar ook veel gehooid werd voor het wintervoer) en de boer stak turf in de moerassige Peel. Die turf vormde het strooisel van de stal. Gedurende zo'n zes maanden werd de stal niet uitgemest maar werd als het nodig was turf bijgestrooid. Het resulterende mengsel van mest en veen was een goede meststof en werd over de akker uitgespreid. Hoewel het per jaar om dunne laagjes gaat zijn deze in de lange loop van de tijd opgestapeld. In Gemert-Bakel zijn lagen van anderhalve meter donkerbruine aarde bovenop het zand aangetroffen. De dikte van de eerdlaag, zoals de bruine aarde heet, in de bolle akkers onder Bakel kan sterk verschillen. Het glooiende relief van een bolle akker loopt af naar wegen en kleine stroompjes waar men, vooral bij oude wegen en stroompjes, de oorspronkelijke bodem onder de eerdlaag terugvindt. Bolle akkers zijn een arbeidsintensieve methode om gewassen te verbouwen en er is dan ook historisch gezien weinig beplanting op aangelegd. De bolle akkers onder Bakel zijn hier een fraai voorbeeld van.

Voor het vee was het potstalsysteem niet gezond. De dieren stonden op zeer vochtige ondergrond met veel ammoniakdampen en de stallen van die tijd, zoals we die nu nog steeds zien in boerderijen tot het begin van de twintigste eeuw hadden een zeer slechte ventilatie waardoor ook weinig zuurstof in de stal kon worden ververst. Het kwam wel voor dat de dieren doodmoe en zwetend 's ochtends de stal uitkwamen omdat ze gedurende de nacht gebrek aan zuurstof hadden gehad. In vroeger tijden weet men dit dan aan heksen. Die zouden dan 's nachts de dieren uit de stal hebben gestolen en ze ongenadig hard laten rennen.