'Hotel' Sint Joseph (Hoofdstraat 79-80 Budel-Dorplein)

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken

‘Hotel’ Sint Joseph (Hoofdstraat 79-80 Budel-Dorplein)

Het gaat om een groot ingewikkeld complex, gebouwd in 1898, waarin ook een klooster opgenomen was. Is een multifunctioneel gebouw.

St. Joseph Dorplein.jpg

Afbeelding: Hotel St. Joseph, Dorplein.


Registeromschrijving RCE

Het voormalige HOTEL ST. JOSEPH, ook DE CANTINE geheten, werd in 1896-1898 gebouwd door Ant. Neeskens te Budel-Dorplein als onderdeel van het vanaf 1892 door de gebroeders Dor opgezette fabrieksdorp ten behoeve van de door hen opgerichte zinkfabriek. Het gebouw herbergde ruimten voor een hotel, een jongens- en meisjesschool, een bakkerij, een winkel, een ontspanningszaal, een was- en strijkinrichting, een klooster met kapel en een ziekenzaal. Het geheel werd beheerd door de Franse zusters van de H. Carolus Borromeus en gecontroleerd door de familie Dor. In het gebouw zijn stilistisch zowel kenmerken van de Neorenaissance als de Vlaams geïnspireerde Neogotiek te vinden. Inwendig werd het gebouw rond 1950 gemoderniseerd. In 1985 werd het gebouw verkocht door de directie van de zinkfabriek. Sinds 1988 dient het als tijdelijk opvangcentrum voor asielzoekers onder de naam "Kempense Veste". Het een- tot tweelaagse grotendeels onderkelderde pand heeft een samengestelde, carrévormige plattegrond. De gevels zijn opgetrokken uit machinale baksteen met randen van profielsteen rondom de nissen en muuropeningen. De zadeldaken zijn gedekt met kruispannen in zigzag- en ruitpatroon, de torens zijn voorzien van leien in maasdekking. De daken hebben een overstek. De voorgevel aan de Hoofdstraat heeft een zadeldak parallel aan de straat en wordt in het midden gedomineerd door een toren met hoog schilddak, geflankeerd door vleugels van elk zes traveeën eindigend in hogere vleugels met een afzonderlijk zadeldak. De linkervleugel telt vier, de rechter drie traveeën. Boven de getoogde kelderramen bevinden zich de zesruits vensters, waarvan het onderste deel opendraait. De vensters zijn voorzien van een stalen latei en geplaatst in een hoge nis onder een korfboog. In de risalieten bevinden zich de vernieuwde vleugeldeuren. De middentoren wordt geaccentueerd door bewerkte schoren, dakkapellen en siersmeedwerk. De gevels zijn voorzien van gekrulde, gotiserende muurankers. De speklagen zijn van gele baksteen. De plint en de vensterdorpels zijn van hardsteen. Op het dak staan smalle hoge schoorstenen met randen van rode profielsteen.

De overige gevels hebben een overeenkomstige decoratie en vensters, maar een andere geleding. De rechter zijgevel bestaat op de hoeken uit een risalerende topgevel van elk vier traveeën.

Het middendeel met topgevel springt nog sterker naar voren, rechts en links hiervan bevinden zich vijf eenlaagse traveeën met het zadeldak in de lengteas. De topgevels eindigen in een klimmend rondboogfries, de windveren zijn voorzien van snijwerk en worden bekroond door een piron met decoratief bewerkt zink. In de middelste topgevel bevindt zich een vleugeldeur, te bereiken via twee trappen met leuningen van ijzersmeedwerk. In het tussendeel rechts is nog een deur met trap, waarvan de leuningen eveneens uitgevoerd zijn in ijzersmeedwerk. De linker zijgevel heeft op de hoeken wederom een risalerende topgevel van vier traveeën. Het tussenliggende deel is eenlaags en heeft een zadeldak met rode muldenpannen. Links en rechts is er een poort onder een korfboog, in een halfsteens risalerende travee. Het middendeel risaleert iets meer en heeft een hogere poort en een topgevel. De poort geeft toegang tot de binnenplaats. Aan weerskanten van deze poort bevinden zich vier achtruits vensters. Boven elke travee bevindt zich een zestienruits dakkapel onder schilddak. De achtergevel bestaat uit vier onderdelen, met de zadeldaken parallel aan de lengteas. Links is er een tweelaags deel van vier traveeën, met (oud) huisnummer 47. In de derde travee van links is er een deur aangebracht met trap, waarvan de leuningen met siersmeedwerk zijn bewerkt. Hierna volgt een eenlaags deel van zeven traveeën met in het midden een poort. Het navolgende tweelaagse deel telt zes traveeën en is links voorzien van een eenlaags uitbouw onder zadeldak, met kruis. Aan beide zijden is hier in een portiek een deur geplaatst. De vensters zijn grotendeels voorzien van geometrisch glas-in-lood. Hier waren de kapel en de kloosterruimte van de zusters. Links op de nok staat een vierkant klokketorentje met kruis. Het laatste gedeelte is tweelaags en onderkelderd, het telt vijf traveeën. In de tweede travee van links is er een paneeldeur. Ook deze deur is voorzien van een trap met leuningen van siersmeedwerk. De geleding van de gevels van het geheel, gezien vanaf de binnenplaats, komt goeddeels overeen met de voorzijde. Recht tegenover de poort van de linker zijgevel bevindt zich in het midden een een- tot anderhalflaagse bouwmassa onder zadeldak met kruispannen in sierpatroon. Dit was en is de ontspanningszaal.Het laagste deel telt drie traveeën, het hogere telt vijf vensterassen. De topgevel is voorzien van klimmend rondboogfries, windveren met snijwerk en een zinken piron. De topgevel heeft een korfboograam. In de zijgevels zijn de vensters gekoppeld onder een segmentboog. In de hoek tussen de poortgevel en de kapelgevel is een drielaagse toren gebouwd, bekroond door een hoog schilddak met leien in maasdekking. De toren is voorzien van toiletblokken, net als de overige uitbouwen in de hoeken van de binnenplaats. Behalve via de poort is de binnenplaats komen diverse trappen hier op uit.

De indeling in kamers en gangen is behouden gebleven. Het gebruik van de ruimten is grotendeels gewijzigd er voorzieningen als de keuken zijn grondig verbouwd. Vanaf het tochtportaal bij de hoofdingang nummer 80, loopt een gang rond de binnenplaats welke toegang geeft tot de verschillende kamers en trappen. Een deel van de gangen bezit de oorspronkelijke overhoeks neergelegde tegels met ruitpatroon in geel en grijs. De zoldering wordt op de hoeken geaccentueerd door rondbogen. Tot de ruimten die nog als zodanig in gebruik zijn behoort de ontspanningszaal oftewel feestzaal met theater, voorzien van een podium. De oorspronkelijke uitmonstering in Neorenaissance stijl met galerijen is bij een verbouwing gewijzigd in de Neo-barokke stijl in de trant van S. van Ravesteyn.

Herkenbaar is nog de voormalige kapel. Deze bevindt zich in de vleugel met het oude huisnummer 47. De aparte toegang heeft een tochtportaal met glas-in-looddeuren. De kapel is een rechthoekige ruimte met een tegelvloer in ruitpatroon en een zoldering bestaande uit troggewelfjes op zware stalen balken. Er staat een eenvoudige Neogotische eikehouten biechtstoel en een sobere Neo renaissance koorgalerij. Het verhoogde koorgedeelte bezit een deur naar de sacristie. Twee roodmarmeren wijwaterbakjes herinneren eveneens aan de vroegere functie. De inrichting van de kapel dateert uit 1907. Zowel de voormalige kapel als de eenmalige sacristie zijn te bereiken via een trapje in de ruimte zelf, dat naar beneden leidt. Onder het zeil in de sacristie bevindt zich nog het "heilig putje". Dit elders in het gebouw eveneens aanwezige reliëf ontstaat door de afwisseling van al dan niet onderkelderde ruimten. Het merendeel van de trappen heeft treden en stootborden van gewalst ijzer tussen geklonken profielen. De kamers op de verdieping, die eens in gebruik waren bij de vrijgezelle werknemers van de zinkfabriek hebben deels de originele grootte behouden. Tevens zijn er 55 wooneenheden gerealiseerd. Waardering Het pand is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van de sociaal-economische ontwikkeling van De Kempen, namelijk de stichting van fabrieksnederzettingen met woningen voor alle sociale lagen, het is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van het gezellenhuis voor arbeiders tijdens de industrialisatie. Het object is van architectuurhistorisch belang door de stijl en detaillering, de ruimtelijke indeling en de vormgeving van het inwendige. Het huis is van belang vanwege de architectonische gaafheid van het ex- en interieur. Het heeft ensemblewaarden als onderdeel van een groter geheel, het als gezicht te beschermen fabrieksdorp Dorplein. Het is van belang vanwege de architectuurhistorische, bouwtechnische en typologische zeldzaamheid.