Onderduikerskamp Dennenlust

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Onderduikerskamp Dennenlust onder Moorsel te Lierop

Onderduikerskamp Dennenlust in de bossen onder Moorsel te Lierop werd vanaf eind december 1943 tot de bevrijding op 21 september 1944 het onderkomen van een aantal jongens uit de omgeving van Den Haag. Deze jongens die aan ‘Arbeitseinsatz’ wilden ontkomen, verschuilden zich eerder in de bossen op Hoogenbergen te Asten-Heusden. In december was het daar niet meer veilig en zijn ze vertrokken.

Harrie Peeters fietsenmaker in Asten, heeft de hele onderduikperiode voor de hulpverlening aan die jongens gezorgd. Hij zorgde ervoor dat hun leiders Wim Gebhard en Koos Stolk in contact kwamen met de Lieropse jachtopziener Mathieu Bussers. Deze wist voor hen op Moorsel een geschikte locatie voor een nieuw kamp. De familie Berkers zorgde voor melk en groenten en allerlei andere vormen van ondersteuning.

041 Leo Houtman bij Strobouw in aanbouw.jpg

Het nieuwe kamp werd ‘Dennenlust’ genoemd en de woning van hout en stro, die maximaal 75 m² groot zou worden werd ‘Stroobouw’ genoemd. Vier van de jongens hadden een vals identiteitsbewijs en daarmee reisden ze door het land. De anderen kwamen niet verder dan bij Berkers en dat ook alleen maar ’s avonds. Het aantal onderduikers groeide tot dertig. Uit het hele land kwamen nieuwkomers via verschillende tussenpersonen. Stolk had het wat toelating betreft niet langer meer alleen voor het zeggen. Vanaf maart kwamen er ook geallieerde piloten in het kamp. Kapelaan Geboers was aalmoezenier van ‘Dennenlust’ en enkele van de vijftien geallieerde piloten die in het kamp verbleven, kwamen via hem. Met Pinksteren werd er in het kamp een internationaal sporttoernooi gehouden..

Enkele onderduikers werkten in het kamp aan een weekblad. Kampkrant ‘D’Onderduiker’ verscheen tijdens de aanwezigheid van geallieerde piloten zelfs in twee talen. Er ontstonden conflicten die de ondergang van ‘D’Onderduiker’ betekende.

Leider Wim Gebhard had veel lokale contacten en groeide uit tot regionaal verzetsleider. De overheid riep hem op om met zijn georganiseerde groep aan partizanenacties deel te nemen. Hij wist alle onderduikers zover te krijgen, maar Koos Stolk was een stuk voorzichtiger. Hij vond dat zijn jongens geen risico mochten lopen.

De onderduikers werden getraind en moesten in september als partizanen aan de slag. Ze namen NSB’ers gevangen die op het onderduikerskamp hun eigen gevangenis moesten bouwen. Niet alle opdrachten lukten zoals het onklaar maken van een spoorlijn. Op 19 september sneuvelde Frank Doucette bij een partizanenactie. Hij was een Amerikaanse boordschutter die sinds zes weken in ‘Dennenlust’ verbleef. Ook raakten er twee mensen gewond, die door de linies naar het ziekenhuis in het al bevrijde Geldrop moesten worden gebracht. Die middag lag Frank Doucette in ‘Dennenlust’ opgebaard en was daar ’s avonds een afscheidsviering. Op een boerenkar toegedekt met stro en aardappelen werd zijn lichaam daarna naar de zusters in Lierop vervoerd, waar hoofdzuster Felicité de verzorging deed. Rond middernacht werd hij op het kerkhof in Lierop begraven. De dag erna werd Lierop bevrijd.

053 onderduikers in Strobouw.jpg

Tien onderduikers in de slaapzaal in aanbouw. Bovenste rij v.l.n.r.: Wim Loof – Piet van Velthoven – Koos Stolk – N.N. geallieerde piloot – Sjef Snijder – Cor Bode – Frits Hoff. Onderste rij v.l.n.r.: Piet Laurier – Harry Plompen – Jan Engelsman.

Meer over de periode dat de onderduikers hier verbleven is te lezen in het boek “Zij woonden een jaar in het bos 1 augustus 1943 – 21 september 1944” van schrijver Gerard Geboers.

0330Dennenlust13.JPG
In 1945 is het onderduikerskamp door brand verwoest. Het oventje en de betonnen keukenvloer zijn nog overgebleven uit die tijd. Het oventje is nog gerestaureerd in de vorige eeuw. In 2013 is door het markeren van de woning en de diverse bijgebouwen de belevingswaarde van die tijd gedeeltelijk terug gebracht.



info: HKK de Vonder