Klooster Nazareth (Koestraat 35-37) Oirschot

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Klooster Nazareth (Koestraat 35-37) Oirschot

Het klooster Nazareth is een gebouwencomplex van de zusters franciscanessen met een rondom een carré gebouwd klooster (1924-'26) met kloosterkapel (1910), voormalig internaat (1907-'10), rectorhuis (circa 1925) en voormalig R.K. school voor jongens en meisjes (1907-'09). De gebouwen zijn in Um 1800-stijl en enigszins romaniserende stijl gebouwd en zijn voor het grootste deel van de hand van Jos Cuypers en Jan Stuyt. Het koor van de kapel is markant geplaatst tussen twee flankerende torens in een stijl met neoromaanse invloeden en jugendstilachtige tegeldecoraties.

Aan de oostzijde van de kloosterkapel bevindt zich eveneens rond een hof het voormalige internaat dat buiten de bescherming valt. Het inwendige is in 1995 gerenoveerd met respect voor de oorspronkelijke detaillering van ramen en deuren, waarbij een vleugel uit 1935 is afgebroken en door nieuwbouw is vervangen. Deze nieuwe vleugel valt buiten de bescherming. Achter het gebouw bevindt zich een tuin met kerkhof en Jozefkapel. In 1451 stichtte Theodoricus Bruinincx het vrouwenklooster St. Agnetendaal te Dommelen. In 1797 huurden de zusters een huis te Oirschot, vestigden zich daarna blijvend, begonnen een school en een pensionaat en werden een wijdvertakte congregatie. In de laatste jaren bouwden zij hun monumentaal klooster met kerk en kweekschool. Zij kochten het Hof van Solms als een rustoord voor oude en ziekelijke zusters.

De dagelijkse tocht van de franciscanessenzusters naar de parochiekerk om de heilige mis bij te wonen, strookte niet met de afzondering die zij wilden beleven, zodat een kloosterkerk onontbeerlijk werd. In 1840 werd de eerste steen gelegd en in de nazomer van 1841 werd de kerk geconsacreerd. Ter voltooiing van het geheel kregen de zusters een eigen kerkhof en een niet weg te denken ringmuur. Zoals vaak bij kloosters verrezen er aparte bijgebouwen. Op de grond van de oude boerderij verscheen een rectoraat, zodat een nieuwe boerderij en een verblijf voor de knechten nodig werden. De overgang van lagere school naar kweekschool vroeg om aanpassing en de St. Hubertusschool voorzag in deze behoefte. In de loop van de tijd ontstond zo een wirwar van gebouwtjes zodat men op den duur met een groot bouwplan kwam. In het complex moesten worden opgenomen: klooster, kloosterkerk, rectoraat, kweekschool en de andere scholen, tevens de boerderij. Het nieuwe klooster "Nazareth" werd in 1907 aanbesteed. De scholen en het internaat waren in 1909 voltooid. In 1910 was de kloosterkerk gereed. In 1931 werd alweer een groots werk aanbesteed, namelijk een kleutermontessorischool met een bovenlaag voor de naaischool. Bij de bouw van deze verdieping werd al rekening gehouden met een toekomstige huishoudschool. De Kweekschool en Mulo verdrongen op den duur de lagere school.

Klooster Nazareth.jpg

Afbeelding: complex R.K. klooster Nazareth


Omschrijving klooster

Het R.K. klooster Nazareth van de zusters Franciscanessen is een complex van gebouwen rond een kloosterhof, die aan de oostelijke zijde wordt afgesloten door de kloosterkapel. Aan de oostzijde van deze kapel bevindt zich eveneens rond een hof het voormalige internaat dat buiten de bescherming valt. De gebouwen dateren uit de periode 1924-'26 in Um 1800-stijl en enigszins romaniserende stijl en zijn voor het grootste deel van de hand van Jos Cuypers en Jan Stuyt. Het inwendige is in 1995 gerenoveerd met respect voor de oorspronkelijke detaillering van ramen en deuren. Toen is een vleugel uit 1935 afgebroken en door nieuwbouw vervangen. Deze nieuwe vleugel valt buiten de bescherming. Achter het gebouw bevindt zich een tuin met kerkhof en Jozefkapel. De oudste gebouwen staan aan en haaks op de Koestraat en zijn tweelaags. Ze hebben een carrévormige plattegrond en zijn opgetrokken uit machinale baksteen. Het zadeldak is gedekt met verbeterde Hollandse pannen, is voorzien van dakkapellen en heeft een geprofileerde gootlijst op klossen. Parallel aan de Koestraat staat het hoofdgebouw. In de bakstenen gevel van zeven vensterassen is de hoofdingang van het klooster: een centraal rondboogportiek met tufstenen omlijsting, een vleugelpaneeldeur met driedelig halfrond bovenlicht en een ingemetselde plaquette met het opschrift: "Klooster Nazareth / Moederhuis der Zusters / Franciscanessen / 1797-1925" en een afbeelding van het kruis met de lijdenswerktuigen. Op de begane grond zijn samengestelde kruisvensters met twintigruits ramen. Geheel links in de gevel een opgeklampte deur met zijlichten. Op de etage zijn biforen in een gepleisterde rondboognis. Op de westelijke hoek is een sterk geprononceerde hoekrisaliet, die deel uitmaakt van de haaks op de Koestraat staande vleugel. In de eindgevel heeft de risaliet siermetselwerk met ster-motieven. De zijgevel heeft veertien vensterassen. De vensters zijn dezelfde als in de vleugel met de hoofdingang. In deze zijgevel is ook een identiek portiek als dat van de hoofdingang. Op de plaquette staat hier de tekst: "De Heer zegene U / Geve U vrede Beware U / St. Fr. aan Br. Leo" en een afbeelding van het kruis en de lijdenswerktuigen. Achter vleugel staat een trappenhuis, onder steil schilddak met verbeterde Hollandse pannen en pirons. Het gebouw heeft op de begane grond een dubbel drielicht en op de etage rondbogige lancetvensters met glas-in-loodvulling. In de zijgevel twee rondlichten. De aansluitende vleugel is gedetailleerd en vormt de derde arm van de zuidelijke kloosterhof. Het schilddak is gedekt met verbeterde Hollandse pannen en de eindgevel telt drie vensterassen. Inwendig is bij de renovatie van 1995 de indeling van de kamers op de eerste etage en de zolder ingrijpend gewijzigd door verhoging van de vloeren, verlegging van de oorspronkelijke middengangen en vergroting van de kamers. Daarbij bleef echter de indeling en opzet van de begane grond gehandhaafd, al is de afzonderlijke novicengang op de hof verdwenen. Op de begane grond bevindt zich aan drie zijden van de binnenhof een van kruisgraatgewelven voorziene kloostergang met terrazovloeren en rondboogramen met glas-in-lood. Op deze gang sluiten op de hoeken drie trappenhuizen aan met trappen in petit granit met smeedijzeren leuningen. Het derde trappenhuis aansluitend aan de nieuwe vleugel is inwendig vernieuwd in eigentijdse vormen. Diverse ruimten bewaren hun eenvoudige paneeldeuren. In een der portalen is ook nog de originele 'rol' bewaard waarmee de zusters contact met de buitenwereld onderhielden en boodschappen en pakjes konden ontvangen. Rechts en links van de ingang bevinden zich enkele spreekkamers, tot 1956 voorzien van tralies. De spreekkamers rechts behielden hun oorspronkelijke grenen puien naar de gang en de planken vloeren. De refter midden in vleugel D heeft balklagen op een kolommenrij. Voor het klooster is aan de Koestraat een klein, bij het klooster behorend plantsoen met een drietal eiken (stamomvang max. 2 meter). Achter het gebouw ligt een ruime parkachtige tuin met deels nog uit de negentiende eeuw daterende ommuring. In deze tuin een Sint-Jozefkapel uit het laatste kwart van de negentiende eeuw en het rechthoekige zusterkerkhof met Calvariekapel en eenvoudige overdekte omgang aan drie zijden.

Het klooster is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een geestelijke ontwikkeling, namelijk de bloei van orden en congregaties in de vroege twintigste eeuw en is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van het congregatieklooster annex internaat kort na 1900. Het is architectuurhistorisch van belang vanwege de stijl, waarmee de architecten Cuypers en Stuyt door materiaalgebruik en ornamentiek een breuk bewerkstelligden met de traditionele katholieke gestichtsstijl. Het heeft ensemblewaarden als onderdeel van een complex van klooster, kapel, scholen en rectoraat en de rol in het silhouet van de plaats. Het is als groot en samenhangend kloostercomplex relatief zeldzaam geworden.


Trappenhal van het voormalig internaat

Complex Koestraat 35-41 Oirschot: Aan de oostelijke zijde van de kloosterkapel staat een aangrenzende trappenhal, die deel uitmaakte van het omstreeks 1990 verbouwde, buiten de rijksbescherming vallende, voormalige internaat. Het trappenhuis dateert uit de periode 1907-'10. Omschrijving: De drielaags trappenhal heeft een rechthoekige plattegrond en wordt gedekt door een steil schilddak met pirons. De bakstenen gevel is aan de (zuidelijke) straatzijde doorbroken met vier rechthoekige vensters op de begane grond, drie rondboogvensters op de etage, en drie hogere rondboogvensters op de tweede etage. De vensters hebben hardstenen dorpels. De trappen zijn evenals de trappen in de rest van het klooster uitgevoerd in petit granit. Het trappenhuis is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een geestelijke ontwikkeling, namelijk de bloei van orden en congregaties in de vroege twintigste eeuw en is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van het congregatieklooster annex internaat kort na 1900. Het is architectuurhistorisch van belang vanwege de stijl, waarmee de architecten Cuypers en Stuyt door materiaalgebruik en ornamentiek een breuk bewerkstelligden met de traditionele katholieke gestichtsstijl. Het heeft ensemblewaarden als onderdeel van een complex van klooster, kapel, scholen en rectoraat en de rol in het silhouet van de plaats. Het is als groot en samenhangend kloostercomplex relatief zeldzaam geworden.

Onderdelen Kloostercomplex Zusters Franciscanessen (1907-1926)

Klooster Nazareth (Koestraat 35-37) Koestraat 41 kloosterkapel Koestraat 41 voormalige school (H. Engelbewaardersschool), nu de Oirsprong Koestraat 39 rectorswoning