Coöperatieve Stoomzuivelfabriek St. Isidorus Hoogeloon)

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Coöperatieve Stoomzuivelfabriek St. Isidorus Bladel

Stoomzuivelfabriek Sint Isidorus, Industrieweg 3, Bladel. Rijksmonument Nr. 22247 Gemeentelijk monument

Ten zuidwesten van de kom van Bladel staat, aan de zuidelijke zijde van de Industrieweg 3, de voormalige coöperatieve stoomzuivelfabriek ‘Sint Isidorus’, bestaande uit een reeks oostwest gerichte gebouwen: een kantoorgebouw met achterliggende productiehal (1), een toren met waterreservoir, door tussenleden met de overige gebouwen verbonden (2), en het voormalige ketelhuis met fabrieksschoorsteen (3).

Afbeelding: Stoomzuivelfabriek St. Isidorus Bladel

Het geheel is opgetrokken in een stijl met traditionele elementen (kantelen, vlechtingen, nokruiters, lisenen, jaarankers) en in 1916 gebouwd naar plannen uit 1915 van de Eindhovense architect L.J.P. Kooken. De zuivelfabriek heeft tot 1978 als zodanig gefunctioneerd; in dat jaar nam een timmerbedrijf het gebouw over. In 1988 werd een doe-het-zelf-warenhuis in het gebouwencomplex gehuisvest. Naast de aanbouw aan de zuidelijke zijde van een forse nieuwe bedrijfshal werd een omvangrijke restauratie van de oude gebouwen uitgevoerd, waarbij de oorspronkelijke situatie als uitgangspunt gold. Zo werd een naoorlogse uitbouw aan de noordelijke zijde tussen kantoor en toren vervangen door het in de oorspronkelijke bouwtekeningen voorkomende, in de rooilijn terugliggende gekanteelde tussenlid. Andere verbouwingen, zoals de verhoging van de toren met een geleding, uitgevoerd omstreeks 1930, bleven gehandhaafd. Doordat de gevels gezandstraald, opnieuw gevoegd en plaatselijk van nieuw metselwerk zijn voorzien, maakt het gebouw niet overal meer een authentieke indruk. Tijdens de restauratie zijn ook nagenoeg alle vensters en deuren vervangen door exemplaren volgens de oude bouwtekeningen, maar met een afwijkende detaillering. Belangrijk is dat het oorspronkelijke maaiveld rond de fabriek tijdens de verbouwing van 1988 met een halve meter verlaagd is.

Kantoorgebouw Aan de westelijke en zuidelijke zijde van het fabriekscomplex van de voormalige stoomzuivelfabriek Sint Isidorus staat het voormalige kantoorgebouw met productiehal, daterende uit 1916 en gebouwd onder architectuur van L.J.P. Kooken. In stijl vertoont het gebouw traditionele elementen. Het onderkelderde eenlaags gebouw heeft een L-vormige plattegrond, die door de aanbouw (omstreeks 1988) van de nieuwe bedrijfshal aan de zuidelijke zijde niet duidelijk herkenbaar meer is. Het kantoorgebouw bestaat uit een hoge kelderverdieping, een bovengelegen bel-etage en een zolderverdieping onder zadeldak met tuile-du-nord pannen. De bakstenen gevels zijn tijdens de restauratie gezandstraald en opnieuw gevoegd. Aan de noordelijke zijde wordt de gevel bekroond door een markante tuitgevel, voorzien van vlechtingen, nokruiter en jaarankers. Alle vensters in de westelijke en noordelijke gevel zijn vervangen door vensters met een indeling naar oorspronkelijk ontwerp, doch met een afwijkende detaillering. In de oostelijke gevel is een deur geplaatst, die toegankelijk is via een nieuwe, gemetselde trap. Aan de achterzijde sluit het kantoorgebouw aan op de productiehal. De langgerekte, oost-west gerichte, achterliggende productiehal heeft een uit de rooilijn springende westelijke façade met bekronende tuitgevel en vernieuwd samengesteld venster met roedenverdeling. De plattegrond van de hal, die wordt gedekt door een zadeldak met tuile-du-nord pannen en een klein dakruiter, is rechthoekig. Door de aanbouw van de hal uit 1988 is de zuidelijke wand weggebroken. Alleen het westelijke deel van de productiehal uit 1916 is in het interieur nog herkenbaar. In het interieur zijn onder meer van belang de kelders. De door een vlakke betonplaat overdekte kelder van het kantoorgebouw staat in verbinding met de deels nog van de oorspronkelijke wandbetegeling voorziene kelder van de productiehal. Door de zwaardere vloerbelasting is hier gekozen voor een eenvoudig prefab betonnen skelet met vrijstaande vierkante betonnen kolommen, die door afgeschuinde consoles aansluiten op de balkenvloer van de bovenliggende productiehal. In het westelijke deel van de productiehal zijn, ter plaatse van de huidige kantine, de oorspronkelijke plafondbalken op consoles nog aanwezig. Ook de bel-etage van het kantoorgebouw heeft nog de oorspronkelijke balklaag. Toren De centraal in het fabriekscomplex van de voormalige zuivelfabriek Sint Isidorus staande toren onttrekt met de twee gekanteelde tussenleden de achterliggende productiehal (1) aan het zicht. De toren telde oorspronkelijk drie geledingen en werd gedekt door een schilddak met tuile-du-nord pannen. De toren is in 1916 gebouwd naar een ontwerp van L.J.P. Kooken. Sinds omstreeks 1930 is de toren met een geleding verhoogd en van een platdak voorzien. De bakstenen gevels van de toren worden geleed door lisenen, die aan de onderzijde als steunberen zijn uitgemetseld, en gemetselde banden. Het bouwvolume bestaat uit vier geledingen, waarvan de bovenste omstreeks 1930 is toegevoegd. De deur en vensters in de onderste twee geledingen aan de noordelijke zijde zijn vernieuwd naar oorspronkelijke tekeningen, maar in een afwijkende detaillering uitgevoerd. De derde geleding heeft drie spaarvelden met elk een gemetselde oculus. Aan de noordelijke zijde bevindt zich een tegeltableau, met in blauw op geel fond de naam van de fabriek: "Coöp: Stoomzuivelfabriek / St. Isidorus". Ook over de bovenste geleding zijn de lisenen doorgetrokken. Deze latere toevoeging bevat in het interieur een betonnen vlakbodemreservoir. Van de twee flankerende tussenleden is de oostelijke in oorspronkelijke staat. De westelijke is gereconstrueerd in 1988 naar de oorspronkelijke bouwtekeningen. Van belang is het silhouet met verspringend gekanteelde balustrades. Ketelhuis met fabrieksschoorsteen Aan de westelijke zijde van het fabriekscomplex van de voormalige zuivelfabriek Sint Isidorus staat het voormalige Ketelhuis met fabrieksschoorsteen, gebouwd in 1916 naar een ontwerp van L.J.P. Kooken. In 1988 is het ketelhuis gerestaureerd, waarbij het westelijke spaarveld in de noordelijke gevel, dat omwille van de vervanging van ketels in het verleden was uitgebroken, is teruggebracht. Het eenlaags ketelhuis heeft een rechthoekige plattegrond en wordt gedekt door een zadeldak met eindschild met tuile-du-nord pannen en terra-cotta piron. De bakstenen noordelijke en oostelijke gevels zijn door gemetselde lisenen en tandlijsten in respectievelijk vier en twee spaarvelden verdeeld. Elk veld in de noordgevel is voorzien van twee gemetselde oculi. In de oostelijke gevel is een nieuwe deur geplaatst. De westelijke gevel is voorzien van een tuitgevel met vlechtingen en nokruiter. De hoge fabrieksschoorsteen staat vanwege de heersende windrichtingen direct ten oosten van het ketelhuis en de fabriek. Het lijf van de in doorsnede ronde bakstenen schoorsteen wordt door een lijst met profielstenen van de sokkel gescheiden. Om de schoorsteen een dertigtal smeedijzeren spatringen. Waardering Het complex is van belang als bijzondere uitdrukking van een sociaaleconomische ontwikkeling; is van belang als bijzondere uitdrukking van een technische en typologische ontwikkeling; is van belang voor de geschiedenis van de architectuur en bouwtechniek en van bijzondere betekenis voor het aanzien van het dorp.