Categorie:Landweer

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Landweer

Een landweer met een dubbele wal en watervoerende greppels

Landweren zijn lange lijnvormige verdedigingswerken, die vooral werden aangelegd in de 14e en 15e eeuw. Een landweer bestaat uit een aarden wal met aan weerszijden greppels. Vaak is de greppel aan de ene zijde dieper dan aan e andere zijden. Meestal zijn de greppels droog, maar in laag gelegen gebieden zijn ze watervoerend. In enkele gevallen hebben ze de functie van waterafvoer. Soms is er een dubbele of zelfs driedubbele wal, gescheiden door greppels. De wal was begroeid met stekelig struikgewas zoals meidoorn en hulst. Aanvankelijk in de vorm van een vlechtheg. De landweer had als functie om het indringers moeilijk te maken om een gebied te betreden. Aan de kant waar de indringers werden verwacht was de greppel het diepst en vaak werden daar ook rijen van paalkuilen gegraven, zogenaamde struikelkuilen, die de toegankelijk, zeker voor paarden, nog moeilijker maakte. De meeste landweren liggen precies op de grens van dorpen of regio’s. Ook komen landweren voor op de grens van cultuurland en woeste grond.