Brouwerij Klein-Schoot 15, Budel-Schoot

Uit Erfgoedwiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Brouwerij Klein-Schoot 15, Budel-Schoot

In deze prachtige hoeve werd vroeger bier gebrouwen. Hier werd een wit soort bier gebrouwen, dat in de omtrek zeer gezocht en vermaard was. In de schepenboeken wordt in 1750 reeds een Peter Rutten vermeld die woonde bij de oude linde op Klein-Schoot. In een beschrijving over Budel uit 1831 staat o.a. vermeld over de brouwerij op Klein-Schoot: "Een bierbrouwerij in een afzonderlijk klein en niet sterk gebouw, bevattende een ketel groot 15 vaten, een roerkuip groot 12 vaten, 53 kannen en een koelbak, alles beknopt en van geringe uitgebreidheid. Gedurende het jaar 1829 is in deze brouwerij 313 vaten bier gebrouwen. Het zuiver inkomen is begroot op f 20,-.”

Op de O.A.T. (Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel) behorende bij de eerste kadastrale kaart uit 1832, vinden we onder sectie D, Het Schoot, o.a. vermeld de percelen: D474 bouwland, D475 huisch en erf, D476 brouwerij en D477 tuin. Dit alles behoorde toe aan de bierbrouwer Andries Rutten en zijn erven. Op het kadastrale kaartje is te zien dat de brouwerij, of althans een gedeelte daarvan lag op perceel D476. Dit gebouwtje lag dus tussen de huidige schuur en het huis meer naar de kant van de weg toe en is later afgebroken. Het huis en de schuur liggen nog ongeveer op dezelfde plaats en hebben nog gedeeltelijk dezelfde vorm, zodat inderdaad aangenomen mag worden dat beide gebouwen of zeker gedeelten daarvan stammen van vóór 1832. Het is bekend dat er onder huis 3 grote gewelfde kelders aanwezig waren, die ongetwijfeld bij het brouwersbedrijf dienst hebben gedaan bijvoorbeeld bij het gistproces. Op één van de foto's is het kelderdeurtje aan de buitenkant nog zichtbaar. Hierdoor werden de fusten naar bovengehaald, waarbij een lier die aan het dak was bevestigd, als hulpmiddel werd gebruikt. Later zijn de kelders ook nog gebruikt als aardappelkelders, waarvan er een later is dichtgemaakt. Overigens heeft de kelder in de Tweede Wereldoorlog nog dienst gedaan als schuilkelder en onderduikplaats. Vóór het huis en op de binnenplaats stonden twee grote waterputten, zogenaamde brouwersputten, want voor de brouwerij had men veel en zuiver water nodig.

In de periode 1862-1880 wordt als beroep van Adrianus Rutten bierbrouwer opgegeven, hetgeen ook te zien is aan de talloze knechten en meiden, die in deze perioden bij hem in dienst zijn geweest. In 1870 overlijdt Isabella Antonie, de vrouw van de brouwer. Het echtpaar heeft geen kinderen en Adriaan Rutten besluit enige jaren daarna op te houden met bierbrouwen, waardoor er dus een einde komt aan het brouwen van het vermaarde witte bier op Schoot. Op 13-4-1875, overlijdt Adrianus Rutten, 71 jaar oud, de laatste brouwer van Schoot.

Het gebouw is geheel verdwenen en door nieuwbouw vervangen.